Thursday 24 March 2011

Gewend of verwend?

In de week dat ik een groepje dolfijnen zie, zomaar tijdens het hardlopen, concluderen we ook dat we meer ondernemen dan thuis. 
Ik heb nog wel even gedacht dat de dolfijnen haaien waren. Ik wist even niet meer dat ook dolfijnen een vin op hun rug hebben, of heb dat misschien nooit geweten, maar ik heb een plaatje opgezocht. Bovendien – bedacht ik me later - hadden haaien de snorkelaars die 100 meter verder zwommen vast opgegeten.

Inmiddels zijn we 2 maandjes hier en beginnen we wat meer te ondernemen. Met een auto waar de kinderwagens in passen, houdt niks ons meer tegen. Alhoewel niks, we vinden het best spannend om op pad te gaan. Want wat kan je wel en niet doen? Wat is veilig? Je kunt niet zomaar de weg vragen of even ergens stil staan om op je gemak de kaart te bestuderen. Zeker niet met drie apen achterin. Het verantwoordelijkheidsgevoel is hier nog veel sterker dan thuis merk ik.

Maar goed in feite houdt niks ons dus tegen, dus op naar Essenwood market. De routeplanner kent het niet, maar wel Essenwoodroad. Een kind kan de was doen. Het is daar vast in de buurt. Nou, we hebben die road gevonden en nog zeker 48 andere roads waaronder soms dezelfde een paar keer. De gezellige rit wordt opgeleukt door onder meer de 7 kleine geitjes vertolkt door b-acteurs, want een efteling cd. Uiteindelijk vinden we de markt, waar we al een kwartier omheen cirkelen. En met die markt ontdekken we toch ook een voordeel aan een land waar iedereen alles met de auto doet. Iedereen zoekt plekjes waar kinderen zich kunnen vermaken, dus overal zit een speeltuin met picknickplaatsen bij en overal kan je de lekkerste broodjes scoren. Het restje van mijn niet opperbeste gemoedstoestand maakt wel dat Joost zijn broodje afstaat aan de jongen die de auto bewaakt heeft. Ik geloof dat ik nog nooit iemand zo blij heb zien kijken.

We hebben de smaak te pakken. Dus Joost en ik doen een ochtendje Durban samen. Op de terugweg staan we met de Fortuner voor een verkeerslicht. Het is aan de rand van Durban en er staan vreselijk veel verkopers van troep. We hebben de raampjes dicht en schudden driftig met ons hoofd dat we niks hoeven. Maar dan wijst 1 van de tandenloze hoedenverkopers heel erg naar het rechtervoorwiel, we moeten echt even kijken, echt. Je weet dat je het niet moet doen, maar we twijfelen wel. Uiteindelijk doen we het niet, maar ik vraag Joost nog wel een paar keer ‘wat was het nou?’. Terwijl hij dat natuurlijk ook niet weet.  Thuis constateren we dat er niks aan de hand is. En dat voelt toch raar. Want wat als je je raampje open had gedraaid. Had de jongen dan alleen hoeden naar binnen geduwd?

Tijdens een extra vrije dag doen we weer een toeristische atttractie, we gaan krokodillen kijken! Over 200 meter linksaf, horen we in vloeiend Nederlands. Onze GPRS dame leidt ons zorgvuldig door een kleine township naar Crocodile Creek. Deze toeristische aanvliegroute, voorafgaand aan de geprogrammeerde culturele uitspatting, is niet bepaald gepland.  Achter ons een goudkleurige Honda. ‘Oh gelukkig’ zegt Joost. ‘Er zitten Nederlanders, uhh blanken, achter ons’. Mij kan je helaas al opvegen. Want stel dat het een blanke man is, die ons achtervolgt? Joost vindt het ook niet relaxt. We worden steeds heftiger heen en weer geshaked op de met kiezels geplaveide zandweg omdat we steeds ietsje sneller gaan.

De eigenaar van Crocodile Creek bevestigt dat het geen fijne route is. Zeker niet tijdens een public holiday. Zoals vandaag. 
Met deze louterende woorden en de terugtocht in het achterhoofd gaan we – samen met de toeristen uit de goudkleurige Honda - geheel relaxt krokodillen kijken.  Boris wordt (overigens net als de grotere mannen) vereeuwigd met een kleine krokodil in zijn handen en we zien hoe de krokodillen in twee happen kippen verslinden. De kinderen krijgen een ijsje ‘oh Luus, we hebben geluk, we mogen een ijsje!’. En we rijden terug. 
Niks meer en niks minder. We zien mensen lopen, elkaar groeten en kinderen spelen. 
Het meest vreemde aan de tocht is misschien wel de GPRS. Die je keurig en volledig neutraal links en rechts dirigeert, terwijl je verwacht; ‘Over 200 meter linksaf, maar ik zou het niet doen. Joehoe, keer om, keer om… Keer om!’

Conclusie van al die ritjes: We zijn gewoon (nog) helemaal niks gewend.

No comments:

Post a Comment