Thursday 27 February 2014

NICE-EVE.COM

I moved (again) and this time with my blogs. Find me here:



Sunday 16 February 2014

Hier gebeurt het


Er werkt een Deense meneer in het Amerikaanse museum. Hij zit in het team dat je welkom heet en je erop wijst dat je geen grote tassen mee naar binnen mag nemen. Ik weet dat omdat man J.  onze tas toch in een kluisje opbergt (Ja schatje, een rugtas mag wel, nietes, welles, nietes) en ik ALLE tijd heb om met een paar mensen uit het team te integreren. 'Nee, we zijn niet van hier en inderdaad, we komen uit Nederland'. De museum crew is nogal enthousiast, want Nederland ligt naast Denemarken! Een collega van de Deen sleurt ons mee en even later sta ik tegenover een meneer. En wat is dan je openingszin?

'Hoi, dus jij bent Deens?' Mmmjuist ja.
'Ja en jullie zijn Nederlands?' reageert de Deense meneer.
'Ja,' zeg ik.
Daarna ben ik eigenlijk wel uitgepraat, maar ik de medewerkers staren ons nog steeds aan. We kunnen niet nu al stoppen met onze diepgaande conversatie en ik bedenk een paar dingen die ik kan zeggen.
1. Ik heb ook een vriendin die Deens is, nou ja, half Deens. Dus dat telt misschien niet?
2. Ik kan ook iets in het Deens zeggen: 'Jeg elsker deig.' Vrij letterlijk zou ik dan 'Ik hou van jou' tegen een onbekende meneer zeggen. Hoe breng je het gesprek daarna weer naar een normaal niveau? Toch lastig.
3. Dans je ook rond de kerstboom op kerstavond?
Ik ga voor optie drie.

De Deen schudt verdrietig zijn hoofd. Hij is ooit begonnen met dansen,
maar ze deden niet mee, de Amerikanen. En ik zie voor me hoe de Deense meneer in zijn eentje danste en om zich heen keek en zo voorzichtigjes mensen lokte met een hand 'Kom nou, ah joh, kom nou' en dat hij dan afdroop en er nu met kerst voor kiest om te werken. Ik verzin dit erbij hoor, niet gelijk medelijden krijgen. Misschien danst hij wel heel slecht of is er iets anders aan de hand, het kan van alles zijn.

In de tussentijd hebben de medewerkers ons naar een werk van een schilder met een Nederlandse naam gebracht. Of wij kunnen vertellen hoe je zijn naam uitspreekt: Gerardus Duyckinck. 'Nooit van gehoord,' zeggen man J. en ik tegelijkertijd en dan spreken we het allebei verschillend uit. Dat bespreken we, althans, ik zeg tegen man J: 'Domme Harrie, nu denken ze echt dat we niks weten.' De crew slaat het geheel geamuseerd gade en ze vragen vervolgens (zachtjes) aan onze Deense vriend of hij even wil vertalen wat wij zeiden.
Waar gebeurd.

Sunday 9 February 2014

In de puree


De gevoelstemperatuur was -40. Fahrenheit en dan viel het wel mee, zei iedereen. Iedereen kon het heen en weer krijgen, ik woonde er twee weken en ik had het al wel gezien eigenlijk, in de USAfschuwelijk koud. Daarnaast waren er dingen die gerepareerd moesten worden of aangesloten en dat was ook irritant. Na twee keer kortsluiting en een overstroming in het washok, inclusief paniekerig geroep van man J. 'handdoeken, meer handdoeken!' waren we tot de conclusie gekomen dat klusjesmannen bestaansrecht hebben.

Eerst kwam de meneer van de kabel. In het land van Coca-Cola verwacht je een jonge god in een Levi's spijkerbroek. Dus ik opende de deur en zag pas iemand staan toen ik mijn hoofd 45 graden boog (naar beneden inderdaad). Een stokoud mannetje met een baardje en een gereedschapskistje. Hij wilde niks drinken, ook niet toen ik het voor de tweede keer vroeg en hij wilde geen zelfgebakken cake. Ik was niet beledigd want als je zo klein bent, eet je misschien niet zoveel (of alleen plopkoeken).

Daarna kwam Curtis (Snow) die overigens in het geheel niet kwam opdagen toen het sneeuwde. Man J. had Curtis een lijst gemaild met verschillende te repareren dingetjes. Man J. en ik hadden die lijst van te voren niet doorgenomen. Dat was wel handiger geweest.
Curtis: 'Welke lampen zijn kapot?'
Ik: 'Wat staat er op de lijst?'
Curtis: 'Niks.'
En zo liepen we alsnog een rondje door het huis.

'Op de lijst staat ook 'thermostaat',' zei Curtis.
'Uhm, ik denk omdat we geen gebruiksaanwijzing hebben gekregen?' Opperde ik. 
Zuchtend trok Curtis het kapje van de thermostaat en begon een verhandeling. 
'En dan druk je hier om de temperatuur te verhogen en op dit knopje om de temperatuur te verlagen. Snap je?' Nou, ik begreep dat wel ja. Maar ik wilde hem ook niet het gevoel geven dat hij het voor niks stond te doen, dus ik zei af en toe ook nee. Waarschijnlijk dacht hij dat man J. die lijst had gemaakt omdat ik echt een domme koe ben, want we namen het hele ding tot in detail door.

Na de thermostaat liepen we naar de keuken met loshangende kastjes en ik drukte per ongeluk op een knopje waardoor er ineens een soort gebrul uit het aanrecht kwam. Verschrikt keek ik Curtis aan. Blijkt dat we een ingebouwde etensvermaler hebben. Je kunt er al je restjes ingooien, vermalen en wegspoelen. 'Alles?' Vroeg ik hem voor de vorm terwijl ik dacht aan hele kippen die je erin kunt proppen en dat ik zo'n vermaler alleen ken van camping-wc's.
'Nee,' zei Curtis, 'geen aardappelpuree.'
Al met al een super informatief dagje dus.

Tuesday 4 February 2014

Hollandsche pot


We zijn sinds een week in Arkansas en ik zit tegenover een gespierde jongen die me gaat inschrijven bij de sportschool. We hebben net een rondleiding gehad en ik heb 'oh en ah' gezegd bij allerlei ingewikkelde apparaten. De jongen deed bij sommige apparaten voor hoe je ze kunt gebruiken. Ik vond het lastig om daarop te reageren. Je wil hem immers niet het gevoel geven dat je naar hém zit te kijken, je wil hem het gevoel geven dat je het apparáát door hebt. Dus af en toe zei ik knikkend: 'Wat een top apparaat, ik ga het denk ik wel gebruiken,' dat soort dingen. We stonden ook even stil bij het buitengedeelte dat bezaait was met oude vrachtwagenbanden.
'Nou, hier mogen ze wel een keer opruimen, grapte ik.' Maar het was heel serieus allemaal, want dit was het 'Go fit' terrein waar met die banden heen en weer gesleept wordt door stevige kerels. En misschien ook door fitte vrouwen, weet ik veel.

In het kantoortje vul ik papieren in en we kletsen over de sportschool. Ik verzwijg het Zuid-Afrikaanse kleine hippe aerobic negertje en mijn bovengemiddelde step-kwaliteiten, want je wil niet gelijk de indruk wekken dat je heel goed bent. Ik weet ook niet waarom ik dit opschrijf overigens want zo goed ben ik nu ook alweer niet. Dan vraagt de gespierde jongen waarin Amerika verschilt van Nederland.

Poeh, denk ik. Amerika verschilt in veel opzichten van Nederland. Alles is groot en 'drive thru' en iedereen is zo ontzettend vriendelijk dat ik nog steeds het gevoel heb dat we in een nieuw deel van de film 'the Firm' terecht zijn gekomen. Dat we er over een paar weken achter komen dat er overal in huis camera's hangen en dat ik dan in paniek geheime dingen door de papier 'shredder' moet halen etc. Verder zou ik kunnen zeggen dat de Starbucks fantastisch is en de Walmart groot.

En wat zeg ik? 'Jullie hebben echt heel veel water in de wc-pot.' Godzalmeliefhebben dat ik dit hardop uitspreek. Maar, dan is het dus al te laat. De sportschooljongen kijkt eerst naar man J. (die was er ook bij inderdaad) die zo'n beetje half verontschuldigend knikt en dan naar mij. Ik mompel nog iets van Starbucks en leuke bekers, maar het leed is geschied. Du moment dat ik voortaan in mijn hippe outfit de sportschool binnenwandel en mijn kaart soepeltjes swipe licht ik rood op: 'Het wc-vrouwtje is binnen, het wc-vrouwtje is binnen'.  Alhoewel de sportschooljongen natuurlijk ook gewoon kan denken dat alle Nederlandse vrouwen zo denken, zou dat even grappig zijn.

Monday 3 February 2014

Koning piemel

Het is stil in huis. De meisjes slapen en Boris speelt met een vriendje in zijn kamer. Het is erg stil in huis. Misschien zal ik even poolshoogte nemen? Ik open de deur en zie een giechelende berg dekbed. Eronder verschuilen zich twee jongens met oververhitte hoofden. Het kan komen door de combinatie dekbed en 25 graden, maar dan valt mijn oog op de tablet met nogal blote mensen.

In een reflex pak ik het ding af. Het wordt gevolgd door een: ‘Sorry, mam, maar écht sorry!’ Het vriendje schudt paniekerig zijn hoofd en piept: ‘Ik vond er HELEMAAL niks aan hoor.’ Ze kijken me afwachtend aan. Ik sommeer ze te gaan knutselen (knutselen, hoe verzin je het?!) en verdwijn zelf met de tablet naar de slaapkamer. Pagina’s met bakbeesten van piemels en enorme borsten klik ik weg. Is mijn kleine koning Boris – ik zie hem nog in zijn wiegje liggen – ineens veranderd in een pornokoninkje? Wat weten jongens van acht en WAAR is man J. als je hem nodig hebt?!

Laatst gaf diezelfde man J. hem niet de vereiste flessengroene handdoek mee voor schoolzwemmen, maar een praktisch, zwart Axe handdoekje. Een handdoek opgeleukt met naakte vrouwen in diverse poses. Ik wist van niks, tot een moeder me sms’te dat Boris die handdoek trots in de wc aan zijn vrienden had laten zien. Boris’ reactie (grinnikend): ‘Oh ja mam, die mag ik niet meer meenemen van de juf.’ Bloot is interessant en het is – voor alle drie de kinderen – piemel- en ‘borstel’-humor galore.

Ik haal Boris uit de woonkamer en vraag hem hoe hij op die pagina’s terecht is gekomen.
‘Gewoon, via YouTube,’ antwoordt hij.
‘Dat is natuurlijk spannend,’ knik ik soort van begrijpend.
‘Spannend?’, onderbreekt Boris me en kijkt me aan of ik gek ben geworden.
‘Spannend zijn vechtfilms en films met zombies en zo,’ legt hij uit als ik hem vraag wat dan wél spannend is.
Dan vraagt hij: ‘Denken die mensen dat ze populair zijn?’
In gedachten schakel ik porno opgelucht uit, hij is nog niet zo ver!

We praten over populair en beroemd zijn. Dat populaire mensen zoals de zangers die hij op YouTube bekijkt, ergens goed in zijn en veel oefenen. Je kleren uittrekken kan iedereen, dat kan mama ook nog wel. Boris trekt een vies gezicht en zegt: ‘OKÉ mam, oké’. Ooit wordt deze koning nieuwsgierig op een andere manier en dan is man J. – wiens eerste reactie nu was: ‘Even vragen waar hij die sites gevonden heeft, ha ha’ – echt aan zet. Voor nu voorzien we alles van een slotje.

Dit stukje verscheen eerder op oudersonderling.nl


Sunday 26 January 2014

Gepast grapje


'Zo, goedemorgen mevrouwtje, wat zal het wezen?' Het is 8 uur 's ochtends en ik heb zojuist een half uur gefietst door de kou en miezer omdat ik een nieuw paspoort nodig heb. Inmiddels sta ik bij 'De balie voor paspoorten die worden aangevraagd door iemand die niet in Nederland woonachtig is.' Ik raak even van mijn apropos door de vraag van de ambtenaar. Het is toch duidelijk waarvoor ik hier ben? Het blijkt de voorbode van kantoorgrap 1: 'Je bent nog niet wakker hè (ha ha) geeft niet jongedame.'

'Pasfoto?' Vraagt de ambtenaar vervolgens. Ik schuif mijn foto naar hem toe. Hij bekijkt hem aandachtig en zegt: 'Tsja, mooi hoor, maar wel een veel te groot hoofd.' Hij draait zich een kwartslag en laat de foto aan zijn collega zien. 'Veel te groot hoofd toch?' De collega knikt: 'Nou, zeker, VEEL te groot.'
'Nu hebben we daar een passende (hi hi ha ha) oplossing voor. De sigarenboer hiernaast kan direct een fotootje van je maken. Tot zo!' En de ambtenaar verdwijnt achter zijn computerscherm.

Ik pak mijn sjaal, jas, wanten etc. (koud tegenwoordig in Nederland) en hobbel naar de sigarenboer. Aldaar blijkt de sigarenboer van tegenwoordig te bestaan uit twee vrouwen. 
Ik leg mijn probleem aan hen voor.
'Mijn hoofd is te groot.' Zeg ik.
'Wil je erover praten?' Reageert de één terwijl de ander alvast onder de toonbank schuift van het lachen.
Dezelfde ene begeleidt me naar zo'n apparaat dat louter afbeeldingen van depressieve mensen uitspuugt. Tegen beter weten in fatsoeneer ik zo onopgemerkt mogelijk mijn haar en loop achter haar aan.
'Het zit prachtig hoor schat, ga daar maar zitten.' Ze wijst naar het opklapbankje in het hokje.
Het bankje zakt iets naar beneden als ik ga zitten.
'Dat komt natuurlijk door dat grote hoofd!' Grinnikt ze terwijl ik vanachter de toonbank alweer een bulderlach hoor.

Terwijl de foto droogt, scan ik de bladen om te checken of andere mensen ook een groot hoofd hebben, of grotere problemen, dat kan ook natuurlijk. Veel tijd krijg ik niet want vrij snel hoor ik (hard): 'Nou keurig klein hoofdje hoor!' en dat betekent dat mijn foto klaar is. Het is niet te geloven, hij is prachtig! Nee grapje, spuuglelijk natuurlijk, in het echt ben ik etc.
Dus ik loop naar mijn loket, geef de foto aan de ambtenaar en kijk hem afwachtend aan. Hij kijkt naar mij, naar de foto, weer naar mij en zegt: Nou dat lijkt precies. Bloedserieus! Eikel.