Het was 1 mei en
een vrije dag in Zuid-Afrika. Het kwam een beetje op een raar moment want het
was de dag ná Koninginnedag. Nu maakt het ook weer niet zo heel veel uit, bedacht
ik me terwijl ik nog in bed lag, want in feite ben ik dus helemaal niet
koningsgezind. Nou ja, ik ben ook niet níet koningsgezind, maar gewoon
neutraal. Ik kan het verder niet onderbouwen en als mensen vragen of ik soms republikein ben, denk ik dat van niet, maar als we een president zouden hebben,
zou ik het ook wel best vinden vermoed ik. En zo was de vrije dag eigenlijk nog
niet eens echt begonnen en was ik me al bewust van een gapend gat in mijn
algemene ontwikkeling. Ik wilde het liefst onder de deken kruipen en er verder
het mijne van vinden (niks dus) maar zelfs dat is niet eenvoudig met drie
kinderen.
Dus zo klom ik
uit bed. Nee grapje, ik begrijp nooit wat mensen daarmee bedoelen. De enige
keren dat ik als een soort kabouter in bed klom en zo min of meer uit bed gleed
en op de grond plofte, was tijdens mijn kraamtijd. En kabouter, kabouter,
alleen vanwege dat hoge bed op klossen, verder zie je er natuurlijk gewoon uit
als een enorme berg mens met je zwangere buik en opgeblazen ledematen. Ik heb
nog wel eens gedacht dat ze met die roze wolk dat hoge bed bedoelen. Maar dat
zal wel niet hè, onder een roze wolk staat immers niet alle troep die eigenlijk
bedoeld is om weg te gooien en nu ineens zichtbaar onder je bed stof staat te
happen.
Dus ik stapte uit
bed en viel met mijn neus in een bordspel. Alle kinderen deden mee. Het is een
spel met een ijsberg, een brug, een iglo en vier beestjes die via de brug van
de ijsberg naar de iglo moeten. Je wint en verliest als team en mijn kinderen
kregen het toch voor elkaar er een competitie-element in te brengen met
schreeuwen en huilen en toen was het inmiddels 6.00 uur en ik wilde nog steeds
dat ik bed was blijven liggen.
Toen we (na zeker 10 minuten) klaar
waren met het spel, stak mijn opruimwoede plots de kop op. Deze opruimwoede verloopt cyclisch, theoretisch zouden we ons er dus op kunnen
voorbereiden en dat zou dan weer een hoop frustratie schelen. Nu komt het toch
altijd weer als een verrassing en dat gaat ongeveer zo. Eerst is het heel netjes van de
laatste keer opruimen en kijk ik af en toe vol trots naar al die kaarsrechte
stapeltjes kleding. Daarna houd ik het nog een beetje bij, na een tijdje leg ik
dingen gewoon in de kast en min of meer op stapels, vervolgens prop ik het ook
tussen de stapels en daarna vraag ik me hardop af HOE! het toch GVD! toch zo ver
is gekomen!
Dus zo hobbelden
we door de dag van dit en dat en tralala en zo tegen de wijn vroeg ik voor de
zekerheid even aan man J. wat hij nou eigenlijk vond van het koningshuis, maar
hij had ook niet echt een mening. Zo zaten we even naast elkaar te zwijgen,
overwogen of we iets ervan op Wikipedia zouden opzoeken, maar bedachten dat als
we maar gewoon alleen met elkaar blijven praten, niemand er ooit iets van zou merken.
En toen was het godzijdank alweer bedtijd.
No comments:
Post a Comment