Thursday, 2 May 2013

Het kabbelt


Het was 1 mei en een vrije dag in Zuid-Afrika. Het kwam een beetje op een raar moment want het was de dag ná Koninginnedag. Nu maakt het ook weer niet zo heel veel uit, bedacht ik me terwijl ik nog in bed lag, want in feite ben ik dus helemaal niet koningsgezind. Nou ja, ik ben ook niet níet koningsgezind, maar gewoon neutraal. Ik kan het verder niet onderbouwen en als mensen vragen of ik soms republikein ben, denk ik dat van niet, maar als we een president zouden hebben, zou ik het ook wel best vinden vermoed ik. En zo was de vrije dag eigenlijk nog niet eens echt begonnen en was ik me al bewust van een gapend gat in mijn algemene ontwikkeling. Ik wilde het liefst onder de deken kruipen en er verder het mijne van vinden (niks dus) maar zelfs dat is niet eenvoudig met drie kinderen.  

Dus zo klom ik uit bed. Nee grapje, ik begrijp nooit wat mensen daarmee bedoelen. De enige keren dat ik als een soort kabouter in bed klom en zo min of meer uit bed gleed en op de grond plofte, was tijdens mijn kraamtijd. En kabouter, kabouter, alleen vanwege dat hoge bed op klossen, verder zie je er natuurlijk gewoon uit als een enorme berg mens met je zwangere buik en opgeblazen ledematen. Ik heb nog wel eens gedacht dat ze met die roze wolk dat hoge bed bedoelen. Maar dat zal wel niet hè, onder een roze wolk staat immers niet alle troep die eigenlijk bedoeld is om weg te gooien en nu ineens zichtbaar onder je bed stof staat te happen.

Dus ik stapte uit bed en viel met mijn neus in een bordspel. Alle kinderen deden mee. Het is een spel met een ijsberg, een brug, een iglo en vier beestjes die via de brug van de ijsberg naar de iglo moeten. Je wint en verliest als team en mijn kinderen kregen het toch voor elkaar er een competitie-element in te brengen met schreeuwen en huilen en toen was het inmiddels 6.00 uur en ik wilde nog steeds dat ik bed was blijven liggen.

Toen we (na zeker 10 minuten) klaar waren met het spel, stak mijn opruimwoede plots de kop op. Deze opruimwoede verloopt cyclisch, theoretisch zouden we ons er dus op kunnen voorbereiden en dat zou dan weer een hoop frustratie schelen. Nu komt het toch altijd weer als een verrassing en dat gaat ongeveer zo. Eerst is het heel netjes van de laatste keer opruimen en kijk ik af en toe vol trots naar al die kaarsrechte stapeltjes kleding. Daarna houd ik het nog een beetje bij, na een tijdje leg ik dingen gewoon in de kast en min of meer op stapels, vervolgens prop ik het ook tussen de stapels en daarna vraag ik me hardop af HOE! het toch GVD! toch zo ver is gekomen!

Dus zo hobbelden we door de dag van dit en dat en tralala en zo tegen de wijn vroeg ik voor de zekerheid even aan man J. wat hij nou eigenlijk vond van het koningshuis, maar hij had ook niet echt een mening. Zo zaten we even naast elkaar te zwijgen, overwogen of we iets ervan op Wikipedia zouden opzoeken, maar bedachten dat als we maar gewoon alleen met elkaar blijven praten, niemand er ooit iets van zou merken. En toen was het godzijdank alweer bedtijd. 

No comments:

Post a Comment