“Hoi Nevash”, zei ik door de telefoon. “Wat is de status van mijn
computer?”
“Wie is dit? Welke computer?” Vroeg Nevash (de
housende computer techneut van de iFix store).
“Nevash, je weet wel, die witte, die het eventjes niet meer deed door die
limonadesiroop!” In dat ‘eventjes’ leg ik ook direct al mijn hoop.
Nevash: “Uhmmmm, oh ja, weet je wat, bel me om 12.00 uur even, dan weet ik
het.”
Ik: “Oh, ok. Kun je me misschien al iets zeggen, doet hij bijvoorbeeld al
iets misschien, een lichtje, een geluidje?”
Nevash: “12.00 uur.”
Het was inmiddels een week geleden dat ik de computer afleverde en de mail
kreeg van de iFix store dat ik rustig achterover moest leunen. Dat had ik
inmiddels af. Je moet dat sowieso niet te lang volhouden, want je komt echt nergens meer aan toe hè en de maatschappij draait gewoon door. Ik vroeg me ook af wat er binnen nu en drie uur nog ging
veranderen en of dat ze nu de computer bijvoorbeeld pas open gingen maken. Dat
ze tegen elkaar zouden zeggen “Jongens, kutterdekut, die witte computer, HE LE
MAAL vergeten, snel, we zetten even de föhn erop.” “Hey Nevash, je kunt zeggen
wat je wil, maar ff hè, briljant idee.” En dat ze zich vervolgens al housend en
föhnend met mijn computer door de ruimte van max. twee bij twee zouden bewegen.
Uit pure ellende en machteloosheid liet ik me achterover vallen. Het
slechte nieuws was dat het nog maar de vraag was of ik ooit weer overeind zou
komen. Na drie kinderen is er immers een stevig tekort aan buikspieren
ontstaan. Het goede nieuws was dat ik al op bed zat. Dus ik viel in ieder geval
niet ver en ook lekker zacht. Sowieso zou ik me nooit zomaar achterover laten
vallen op bijvoorbeeld tegels natuurlijk, dat zou echt heel dom zijn nietwaar.
Tenzij ik mee zou doen aan zo een teambuilding cursus en dat een groepje mensen
je staat aan te moedigen dat ze je heus wel zullen opvangen. “Val maar, laat je
maar lekker valluhhh!” En als je het dan allemaal hebt gedaan, is het tijd voor
een overwinnaars groepshug.
Maar goed, ik lag op dat bed, en ik was ineens ook best moe. Ik vroeg me af
waar dat nou weer vandaan kwam. Zelf dacht ik dat het misschien kwam door de maatschappij,
de druk in het algemeen en Robin
Sharma in het bijzonder. Robin Sharma is een ondernemer -global nomad noemt
hij zichzelf- en schrijft (op Facebook en Twitter) de hele dag dingen zoals: “(…) average people's homes have big TVs.
World-class people's homes have big libraries.” En, “Less distraction. More production.” Het is allemaal steeds waar, maar probeer
het maar eens bij te benen. Je gaat het toch steeds checken. Of dat je een
grote tv hebt, of juist veel boeken en of je de hele tijd afgeleid bent (ja
dus). En ook: ‘Eten van veel Mac Donalds junk food maakt dik, de groenteman
verkoopt gezonde dingen’, is ook waar. Dus waar hebben we het eigenlijk over.
Ik dacht ook, wat zou Robin Sharma vinden van mijn computerprobleem? Eerst
dacht ik dat hij er niks zou vinden, ik gewone sterveling, maar aan de andere
kant als hij op reis is geweest tweet hij over zijn ‘nieuwe beste Nepalese,
Birmese etc vrienden’. Dus. Ik was alleen bang dat het wel eens heel
teleurstellend kon zijn. Zoals: “Als je kinderen achter de computer zitten,
kunnen ze niet lezen.” of “Als je computert kun je beter niet tegelijk vloeistof
tot je nemen.”
“Yes, Mrs. Lebens.” Zo
klonk het dramatisch door de telefoon.
Ik dacht ‘oh oh’ en zei:
Yes, Nevash (met een hoge piepstem, ook nieuw voor mij en dat is vooral met
het uitspreken van Nevash vrij lastig).
Nevash: De computer is heel,
heel erg beschadigd. Ik kan niks meer voor hem doen.
Ik: Echt niet, weet je het
zeker?!
(…) Nevash liet een stilte
vallen. Ik denk dat hij toch nog even een double check uitvoerde. Pols,
hartslag, weet ik veel.
Maar nee, hopeloos
verloren. Had die ellendige Sharma wéér gelijk. Hoe doet ‘ie het, vraag je je
af.
No comments:
Post a Comment