Thursday, 29 November 2012

Helemaal niet grappig zelfs


Ik doe mijn ogen dicht, zeg abracadabra (in mijn hoofd, ik ben Hans Kazan niet hè) en ik doe ze weer open. Er is niks veranderd. Voor mij ontvouwt zich opnieuw een grote chaotische indoor kerstmarkt met ‘made in China’ spulletjes en verveelde verkopers. De kerstmuziek staat hard en het heeft iets surreëels, die hangende mensen op een stoel achter een tafel met troep. Ik krijg spontaan een ingeving. Of is een ingeving altijd spontaan? Hoe dan ook, het is dat ik me het beste achteruit lopend of kruipend of desnoods in 'gangnam style', uit de ruimte verwijder. Het maakt eigenlijk niet uit waarheen, voor mijn part scoor ik ergens een hotdog met of zonder saus of word ik verplicht op te treden in een voorbij trekkend dorpscircus, alles is beter dan dit. De realiteit daarentegen is: ik kan niet weg, sterker nog, ik ga partner A. aflossen.

Ik: 'Hoi!'
A: 'Hoi!' We schreeuwen, want Jingle Bells staat dus  gewoon heel hard.
Ik: 'Heb je al wat verkocht!'
A: 'Bijna!'
Ik: 'Bijna?!'
A: 'Ja, nou ja, mensen vinden het wel heel mooi allemaal! Hoor!'
Ik: 'Maar bijna is dus niks!' Op z’n tijd houd ik extreem van duidelijkheid.
A: 'Zo kan je het ook bekijken ja!'
We hadden er allebei al helemaal geen zin in, in deze kerstmarkt en daar staan we dan. De mevrouw tegenover ons heeft uit pure ellende – althans dat denken wij – de 'kertmannen-hoed-speldjes' maar in haar eigen haar gestoken en onze zwetende buurvrouw hangt als een aangespoelde zeereus in een campingstoel. Het is een lage campingstoel en haar neus is precies op tafelhoogte. Het geeft niet, want ze verkoopt zeep, dus misschien is ze wel heel ruikerig ingesteld en is het van te voren allemaal zo uitgemeten.

Partner A. koopt een drankje, we zouden allebei wel een bier of wat lusten, maar voor je het weet kots je je eigen kraam onder, dus we nemen Sprite. Light. Partner A. komt toch gierend van de lach terug.
A: 'Je bent echt heel lang achter de kraam. Je torent als het ware boven iedereen uit.'
Ik: 'Echt, oh grappig.'
En ik lach ook. Ik denk vanwege de absurditeit in het algemeen en mijn Lange Jan achtige verschijning in het bijzonder. Then again, lang, lang, de mensen zijn hier gewoon nogal dwergerig, dus het is ook relatief net als zo’n beetje alles. Je moet er in ieder geval niet teveel de aandacht op vestigen. Voor je het weet heb je een complex en beeld je je in dat je als een soort reus over de wereld banjert. Tegen iedereen verontschuldig je jezelf wat ertoe leidt dat ze je allemaal ‘De Lange’ noemen en dat ga je dan weer compenseren en het wordt er allemaal niet beter op (lees hier wat voor vreselijks er zoal kan gebeuren).

Dan gaat partner A. er vandoor. Direct gaat de muziek nóg een tandje harder. Dus ik vraag mijn chagrijnige buurman of hij het liedje soms heeft aangevraagd. Eerst hoort hij me niet en maakt met zijn hand cirkelende bewegingen rond zijn oor. Gebarentaal is ook universeel hè bedenk ik me. Tegelijkertijd moet ik mijn grap herhalen en dan weet je, dat wordt never nooit meer een succes. En? Ik doe het toch. Hij zegt: 'Nee.' En kijkt me boos aan. Omdat het dus niet gepast is om dan zelf nog dubbel te klappen van het lachen, doe ik dat per ongeluk wel. Althans, ik verbloem het kunstig door een soort pirouette te maken waardoor ik tegen de mevrouw met de zeep bots die ook boos opkijkt. Ben ik ineens ingesloten door boze mensen. Ik wil er dan ten einde raad maar om vloeken, maar ik bedenk me net op tijd dat Jezus het zo vast niet bedoeld heeft allemaal.

No comments:

Post a Comment