Monday 6 August 2012

In de ban van

Ik ga voor de zevende keer naar de dermatoloog om onder een felle lamp te liggen ter bevordering van het herstel van mijn acne huid in wording (of zoiets, lees hier hoe het ook alweer zat).
“En dit is dan de zesde keer”, zegt de dermatoloog assistente.
“Nee hoor de zevende”, zeg ik.
“Nee, de zesde” en de dermatoloog assistente bladert terug in haar schriftje.
“Nee, de zevende”, zucht ik terwijl ik met mijn ellenbogen op de balie zak zoals je op de plaatselijke bar hangt, want het kon nog wel eens lang gaan duren voordat ik mijn gelijk zou krijgen. En ik zou het krijgen. Ik sta zelf ook nogal te kijken van mijn winnaars mentaliteit, maar het zal wel komen door de Olympische Spelen. Ik beweeg me in een constante Ippon zoektocht door het land. Aanvankelijk dacht ik dat ik in de dubbele flikflak modus zat, maar toen ik dat liet vallen merkte Boris (6) op dat ik daar toch echt niet dun genoeg voor ben. En ook niet klein genoeg overigens.


De assistente heeft het door want ze geeft op en zegt, “Oh ok dan, maakt ook niet uit verder. Nou je weet waar het is inmiddels.”
Dus ik loop langs de balie, werp zelf sportief de verschillende deuren open en ga liggen. De assistente wacht best lang, revanche vermoed ik, en komt dan alsnog binnen. Ze legt eerst watjes op mijn ogen, vervolgens doet ze er een bril overheen, dan schuift ze de felle lamp boven mijn gezicht en doet een soort dolfijnen muziek aan. Natuurlijk geen muziek spelende dolfijnen. Alhoewel ik dat natuurlijk niet zeker weet. Er zit geen filmpje bij en als wel, dan kan ik het toch niet zien.
En dan kondigt de assistente aan dat ze weg gaat en zo weer terug komt (voor de zevende keer).

“Zo, hoe gaat het?” De assistente.
Goed! Schreeuw ik. Het komt doordat ik toch soort van ingedut ben onder die warme lamp, onder begeleiding van die dolfijnen. En om het betrapte gevoel op te heffen reageer ik heel alert. Althans, dat denk je.
Terwijl ik nog aan het normaliseren ben, hoor ik ineens ‘Hallo mevrouw Lebens’.  
Staat de dermatoloog ook ineens aan mijn zijde. Of aan het voeteneind, of beleefd in de deuropening. Ik heb geen idee want ik lig nog steeds onder die lamp en zie niks.
“Hoi dermatoloog” zeg ik. Maar echt hè, ‘hoi dermatoloog’, hoe krijg je het voor elkaar. Maar in het echt heet hij ook iets onuitspreekbaars en ik voel me ineens heel naakt met al mijn kleren aan.
“Heb je zo nog even tijd?”, vraag ik om toch nog iets van deze ongemakkelijke situatie te maken en omdat ik denk dat ik weet waarom ik hier lig.
“Ja”, zegt hij.
“Top! Nou tot zo dan hè.”

Twee tellen later loop ik zijn kamer binnen. Ik weiger opnieuw tot over mijn oren weg te zakken in een van zijn enorme fauteuils, dus ik blijf staan (Ha!) en steek van wal.
“Ik denk dus dat sulfietintolerantie de oorzaak van alles is”, zeg ik.
“Kan niet”. De dermatoloog.
“Kan wel.” Zeg ik.
“Nope.” Zegt hij ietwat populair ineens.
 “Welles” reageer ik spiegelend. Ik heb het zelf gelezen. Op het internet.
“Aha, ben je er zo één”, zegt de dermatoloog.
En dan vraagt hij: “Heb je ook schilfers in je oren en in je wenkbrauwen…”
Ik onderbreek hem en zeg, “Nou wordt ‘ie helemaal mooi, begin je daar nou weer over?”
Ik krijg het gevoel dat de dermatoloog vooral gespecialiseerd is in schilfers, misschien, als ik ja zeg tovert hij een doosje uit een la met allemaal verschillende. Of misschien is hij wel gewoon doof. OF hij wil gewoon het schermen zien. Maar dat heeft weinig zin, want dat wordt ‘s avonds uitgezonden. Hoe dan ook, ik ben toch teleurgesteld. Een stemmetje (in mijn hoofd, don’t ask) heeft van te voren al voorspeld dat het geen zin heeft met deze dermatoloog. Maar in deze tijden – beste mensen - verwacht je gewoon een miracle. Immers, niemand verwachtte iets van de Zuid-Afrikaanse roeiers en die pakten toch ook mooi het goud.

No comments:

Post a Comment