Joost: “Dat ze wel meer van ons soort auto’s had zien rijden.”
Ik: “Dus?”
Joost: “Ja, goeie.”
Ik: “Laten we het maar gewoon proberen toch, we hebben niet dat hele takke eind
voor Jan met de korte achternaam, etcetera!”
Maar het kon ook precies andersom zijn geweest. Dat toch Joost de knoop
doorhakte bijvoorbeeld. Mijn korte termijn geheugen, ik weet niet wat het is hoor
lately. Hoe dan ook, we rijden het dierenpark in, met onze auto die dus eigenlijk
niet geschikt is voor deze avontuurlijke 4x4 zandbak. Maarrr, we hebben
diff lock.
Ik: “Wat betekent dat eigenlijk, diff lock?”
Joost: “Geen idee.”
Ik: “Je hebt het toch opgezocht?”
Joost: “Ja het autoboekje zei zoiets van differential-lock.”
Ik: “Oh, ok, nou geruststellend hoor.” En ik sla mijn armen over elkaar.
‘Mrs Bouquet, lady of the house speaking’ is er niks bij, dat realiseer ik
me wel hoor, maar ik zit al IN de rol. Dat kan je soms hebben. Het komt denk ik
door de vakantiemodus. Ik schuif alle verantwoordelijkheid af op de ander en zeg
‘we’, waar ik ‘je’ bedoel. We rijden te hard, we moeten de paspoorten niet
vergeten, hebben we luiers bij ons, dat.
Joost: “Oeps.”
Ik: “Gaat het?”
Joost: “Hoezo?!”
Ik: “Nou, je zei ‘Oeps’ en ik had het gevoel dat we bijna vastzaten in het
zand."
Joost: Nee, ik deed met dat diff lock, het gaat goed.”
Ik: “Oh nee, houd diff lock vast, houd diff lock ingedrukt! Joost, heb je nou
die diff lock vast of ingedrukt of whatever?”
Joost: “Schatje, ik denk dat we vastzitten. Ik ga proberen te keren.
Nee, het lukt niet. Ik stap even uit, jij rijdt, ik duw. Geen paniek.”
Ik: “Geen paniek, geen Paniek, WAT NOU GEEN PANIEK?! Ik ben helemaal niet in
paniek! Dit park telt 40 leeuwen en jij wil uitstappen, mag ik het onhandig
vinden?”
Ik zie ons overnachten in de bush, ik vind het helemaal niet romantisch
meer ineens. En dan ontsnapt me een hysterische zucht, het kan ook een soort gil zijn
geweest, ik weet het niet meer. Het duurde een split second of course, ik ben
de koelbloedigheid zelve weet je wel. Maar het is al overgeslagen naar de
achterhoede waar spontaan een kinderkoortje schril begint te piepen.
Dus wat doe ik? Ik stap zelf uit. Geen idee waarom. Het zal iets met de
evolutietheorie zijn. Survival of the
fittest. De sterkste in de auto en ik duwen. Waanzinnig belachelijk idee, op
mijn cowboylaarzen, hoe kom je erop denk je vrij snel.
Dus ik ga weer zitten en bel het informatienummer van het park.
Ik: “Hallo, ja hallo, nou we zitten dus vast in het park. Nee, we hebben
geen 4 keer 4, wel diff lock hoor overigens. Dus.”
De man aan de telefoon: “Je mag daar niet zijn.”
Ik: “Ja, nou ja, het zit zo, we hebben dus dat, die? diff lock en ze zeiden
dat het kon. Echt hoor.”
De man aan de telefoon: “Huhuh, ik kom er al aan.”
De man van de telefoon op vijf meter afstand, spetterend: “Ja, je mag hier
niet zijn en ik neem geen verantwoordelijkheid voor schade aan je auto!”
Ik vind het wel bij de bush passen, dat gespuug. Misschien spraken we
vroeger allemaal wel met consumptie, het werd toch geabsorbeerd door het
berevel tenslotte.
De man laat lucht uit de banden lopen, kijkt ons daarna veelbetekenend aan,
trekt ons in no-time uit het zand, ploft naast me, ik piep ‘sorry’ want wat
moet je en hij scheurt ons langs het gat dat we hebben gemaakt met de spinnende
wielen. Daarna stapt hij uit, Joost in en vervolgens spuugt de man door het
geopende raam zinnen van 1 woord over dat we naar de UITGANG moeten en SNEL een
beetje.
Niet dat we dat niet van plan waren, dus dat komt mooi uit.
Wel jammer dat we geen olifant hebben gezien, maar voor je het weet ben je
ook dat weer vergeten.
No comments:
Post a Comment