Ik zei het hardop. Joost reageerde: “Natuurlijk schatje, wat een fijne
gedachte weer, gelukkig is het niet echt.”
Ik zei niks. Want ik wilde ook wel dat ik er iets normaals als een biggetje
in had gezien of een reus, maar het was gewoon niet zo.
Het lag aan de week misschien. Een dag eerder was ik nog bij de mevrouw die
naar eigen zeggen ook dekens en slaapzakjes voor ons kon maken. Partner A. en
ik deden een vergelijkend warenonderzoek. Naast onze huidige naaister wilden we
ook eens testen hoe iemand anders het zou doen.
We ontmoetten de vrouw voor de eerste keer in een koffietentje. Het was een
onrustige mevrouw met eczeem in haar oren. Ik wilde er niet naar kijken, maar
ik zat naast haar en ik deed het toch. En weer en weer. Ik dacht ‘En nou kappen
anders word je nog misselijk’, maar ik kon niet stoppen. Ik moest ook denken aan mijn dermatoloog met z’n collectie schimmels in zijn
bureaula en hoe perfect ze zouden matchen en ik hoefde ineens helemaal niks
meer te drinken.
De mevrouw had geen schriftje waarin ze dingen noteerde, ze zei wel steeds
‘Ja natuurlijk, kan ik’ op eigenlijk alles wat we vroegen. Ze dronk haar koffie
op, verzekerde dat ze ons patroon zelfs bij kon schaven (schaven, schilfers, ik
dacht dat ik gek werd) en dat was dat. Ik vertrouwde haar voor geen meter. Dat
heb je soms. Het kwam denk ik niet door het eczeem. Alhoewel ik wel vrij sterk
ben in het leggen van dit soort verbanden.
En toen begon het grote wachten. We konden eerst niet komen omdat de
spullen bij iemand anders lagen. Toen konden we niet komen omdat ze een
ooginfectie had. Wat ik wel extra vies vond, maar ik bleef stug geen verbanden
leggen. En toen konden we komen.
We liepen het huis, annex atelier, annex grootmoeders verblijf binnen en
daar troffen we de vrouw (en een zooitje andere mensen) aan die heel druk iets
glad aan het strijken was met haar handen. Het leek verdacht veel op stof die
wij haar hadden geleverd.
En toen hield ze het brouwsel omhoog. Haar verwoede pogingen het tot een
glad geheel te strijken: compleet zinloos. Het zag eruit alsof ze haar eerste
poging ‘blind naaien’ op ons ontwerp had losgelaten. Misschien had ze dat ook
wel gedaan omdat haar ogen volledig dicht gekoekt hadden gezeten.
Ze zei: “Nou, wat vinden jullie ervan?” Dus ze verwachtte ook nog zoiets
als een serieuze reactie.
Ik zei: “Oei jeetje” en sloeg mijn handen voor mijn mond. Partly reflex, partly om mezelf te behoeden voor het grovere geschut.
Vervolgens zei ik: “Ik schrik hier wel van.” Mijn gevoel voor drama is best
ontwikkeld.
De vrouw keek ons aan, we zagen (voor de verandering) stoom uit haar oren
komen en toen zei ze:
“Ik wist het, jullie voelen je gewoon beter dan mij.”
Er waren wel duizend reacties mogelijk, maar ik wilde het liefst snel weg
voordat ze als straf haar ogen met onze stof zou deppen. Of iets anders smerigs.
Dus we pakten onze spullen bij elkaar en sprongen in de auto. Ik staarde uit
het raampje en zei tegen A: “Alles leuk en aardig, maar we doen voorlopig geen
zaken meer met iemand met eczeem oren.”
No comments:
Post a Comment