Thursday, 23 February 2012

Ik werd er simpel van

In de tussentijd lag die nieuwe telefoon nog altijd in een la in onze bar annex speelgoedkast annex archief (ik had bedacht dat ik later, terugkijkend op mijn leven als expatvrouw, niet perse hoefde te concluderen dat ik zo lekker georganiseerd kon opruimen ineens). En hij lag daar maar en hij lag daar maar en moet ongetwijfeld hebben gedacht dat hij daar niet voor gemaakt was. Dat je een simpele Nokia in een la laat liggen, daar kon iedereen inkomen. Maar hij, gestroomlijnd en wel met al zijn functies en mogelijkheden? En bovendien, tegenwoordig ben je zo snel bejaard, voor je het weet word je bruut ingewisseld voor een jonger modelletje. Ik vond het eerlijk gezegd nogal vergezocht en zeurderig, ook al omdat hij daar pas zes weken lag. En ik dacht ook, wat apart dat een man dit zegt, misschien is het toch een vrouw? 

Toch vond ik het sneu en fluisterde door een kiertje in de la: ‘Ik kan het niet helpen, Joost wil het simkaartje niet kleiner knippen.’ En toen ik dit soort dingen ging denken en ging babbelen tegen een telefoon nb(!), werd het serieus tijd om mezelf tot de orde te roepen.

Het is zoiets als tijdens je zwangerschapsverlof lichtelijk overspannen raken als je man (of partner of vriend of vriendin etc) later thuis komt dan afgesproken. Terwijl, hij stond toch in de file? Maar dat interesseert je naar boven afgerond niks, want dat had hij immers in kunnen calculeren en hij had in ieder geval bloemen kunnen kopen ook al was hij daarna inderdaad nog vijf minuten later geweest, maar wat zijn vijf minuten op het uur dat hij in die K-file stond nou helemaal. En dat stampend en schreeuwend.

Hoog tijd om zelf aan de slag te gaan dus.

En zo toog ik nog maar eens naar de winkel van provider MTN om mijn geluk te beproeven op de aanschaf van een microsim kaartje voor de prepaid variant welk zinnetje steeds gemakkelijker mijn mond uitrolt.
Ik steven af op de eerste de beste jongeman en dreun het zinnetje op.
‘Nee, we hebben ze niet. Nee, we weten ook niet wanneer we ze wel binnen krijgen. Zal ik uw nummer noteren?’
Ik verdenk Zuid-Afrikanen er steeds vaker van dat ze telefoonnummers sparen als suikerzakjes. En dat ze dan avondjes organiseren waarbij ze die onder luid gejoel en al swaffelend uitwisselen. Ik ben in ieder geval nog nooit terug gebeld.
Dus ik gooi het hele plan resoluut om en zeg venijnig:
‘Nou prima hoor, dan stap ik toch over op een ANDERE provider.’
‘Ok’.
Ik ben blijkbaar meer onder de indruk van dit idee dan de verkoper van simkaartjes.
Vervolgens snel ik naar de andere provider.
‘Nee, we hebben geen simkaartjes op voorraad. U zou het helemaal aan de andere kant van het winkelcentrum kunnen proberen.’
‘En je kunt niet even checken of ze daar op voorraad zijn?’
‘Nee, u moet gewoon even gaan kijken als u begrijpt wat ik bedoel?
Nu snapte ik prima wat hij bedoelde. Net zoals ik het prima snap als iemand zegt: ‘Kijk ik snijd de boontjes nu doormidden, snap je?’ En dat je elkaar dan aankijkt en zegt, ‘Snap je? Er is niks aan te snappen, als je nou mijn wiskundeleraar was en me iets vroeg over de wortel van de boon, à la.’ En ook dan zou ik btw slechts voor de vorm ja zeggen.
Hoe dan ook, Boris en ik drinken een milkshake en we bedenken dat Joost dit het beste kan afhandelen. Boris omdat papa alles kan en ik omdat ik inmiddels bereid ben het simkaartje anders met een heggenschaar bij te punten.

No comments:

Post a Comment