Wednesday, 8 February 2012

Echt waar!

De Elfstedentocht. Wel, niet, wel, niet, wel, niet. Ik raak al volledig uitgeput van de hele discussie voordat er überhaupt een meter is gereden. Of verreden.
Bij DWDD blazen mannen met prehistorische baarden opgetogen wolkjes koude lucht de ether in, elke derde tweet gaat over dik of dun ijs en het land wordt verdeeld in rayons.
Totale chaos overal.
Zelfs op 40 graden afstand, aan de andere kant van de wereld kost het me nog moeite niet de hele dag het ijs dik te denken. Want dat helpt hè. Als we het met z’n allen geloven, dan is het zo. Maar goed, ik heb al genoeg moeite mijn eigen dingetjes naar een ander niveau te krijgen. Dus op enig moment maak ik me los van het ijs voor een potje tennis.

‘Hey, beetje bijgekomen?’ Tennislerares Bev richt zich tot mij, want ik heb sinds kort tennisles.
‘Jazeker, ze vond het heel leuk’, antwoordt Joost en niet ik.
Owh, Jesoes denk ik. Heel even kijk ik verstoord op van mijn geveterstrik en vraag me af hoe ik in de scene ‘Echtgenoot betaalt voor tennisles vrouw en ze bespreken het resultaat zo’n beetje’ van Dirty Dancing terecht ben gekomen, want ik heb nooit geauditeerd whatsoever.
Maar niemand let op mij.
Misschien kan ik iets zeggen waarmee ik het een klap afserveer dit geneuzel, maar dat hadden we precies nog niet geoefend. Serveren.
Dus ik kijk maar een beetje ijskonijnerig in het luchtledige en doe alsof ik het niet heb gehoord. Want als je maar vaak genoeg tegen jezelf zegt dat het zo is, dan is het ook zo.

Zo dacht ook de Zuid-Afrikaanse zanger die overleed in 2009 en nu ineens weer op de stoep stond (http://bit.ly/z8ARKG). De hele straat en voortuin van het huisje stonden direct vol met fans. Zijn grootmoeder en twee van zijn vrouwen zeiden direct: ‘Ja hoor, het is hem.’
Maar zijn laatste vriendin zei: ‘Ammehoela, hij lijkt er niet eens op.’ Ook als je de foto’s in de krant ziet: totaal geen gelijkenis.
Daarom een reconstructie.
De fan van de overleden zanger zingt op een ochtend onder de douche nog eens een liedje van de zanger. En hij denkt, ‘Zo, maar dat klinkt helemaal niet verkeerd, sterker nog, best aardig!' Hij doet een dansje, schudt wat heen en weer en constateert: ‘Yep, ook  hele soepele moves.’ Tijdens het scheren kijkt hij nog eens goed in de spiegel, ziet de gelijkenis en bedenkt zich dat, voor zover hij zich kan herinneren, dat harem er nog best okidoki uitzag ook en dat het net zo goed zijn vrouwen kunnen zijn! Hij neemt het kind van de meest recente vriendin in gedachten al aan als zijn eigen kind en ineens denkt hij:  ‘Joh, ik ben het gewoon, zo is dat even bizar.’ Hij moet er even van bijkomen, maar niet te lang, stapt in een taxi en koerst naar zijn nieuwe, oude huis.
Inmiddels scandeert hij door megafoons in opperste staat van overtuiging van wie dan ook dat hij de overleden zanger is. Want hoe harder je het roept, hoe reëler het wordt.

Toch? Dokter Simon kwam immers ook terug nadat hij even dood was geweest. Eerst geloofde je het niet, maar toen geloofden we het allemaal wel en toen was het zo.
‘Simon is terug. Hij is niet meer dood.’
‘Echt niet!’
‘Ja echt wel.’
‘Echt? Oh ok, dan zal het wel.’

Anyway. Zaterdag jongens, zaterdag, zaterdag. Ik zweer het je.

No comments:

Post a Comment