We mogen kiezen. Naar de dierentuin, of naar het circus. Mijn zusje en ik kunnen niet wachten. Op pad met onze eigen Oma Fladder op wie alle klasgenootjes jaloers zijn.
Oma die wekelijks naar de kapper gaat, onbedaarlijk hard kan lachen, langskomt als we griep hebben, een pannetje eten in de koelkast zet als we terugkomen van vakantie en die 40 flappen (gehakt in bladerdeeg) maakt als we jarig zijn. Dat we daarna nog zeker een week tegen heug en meug flappen eten, zeggen we haar nooit.
“Oh, lekker oma, flappen!”
Een verveelde puber met best wel veel lippenstift (ik) zit naast een boze oma (mijn oma). We zitten op de boot die ons van Nederland naar Engeland vaart. Op deze gezellige reis verder nog mijn moeder en mijn zusje. Onze conjuncturen komen even niet overeen. Oma wil vooral graag discussiëren over politiek enzo. En ik, nouja, ik zet me lekker overal tegen af. Met mijn lippenstift.
Ze wordt ook ouder. Dat merk je niet als je een uurtje koffie met haar drinkt, maar tijdens zo’n reis wel. In elk godvergeten cafeetje wil ze zitten:
“Ja, die beentjes hè.”
En we gaan uren tevergeefs op zoek naar een tosti.
Ik ben 21 en woon op kamers. Oma stuurt kaartjes. En soms slaap ik bij haar. Dan word ik wakker in oma’s doosje. Wij weten niet beter dan dat haar slaapkamer zo heet. Het doosje is ook gewoon meeverhuisd van flat naar aanleunflat.
Ze maakt boterhammetjes, we drinken Christmas tea uit haar vogelserviesje en zitten aan haar tafeltje onder de poster met het Russische alfabet.
“Ja, soms studeer ik nog wel wat.”
En we weten allebei dat ze liever patienced.
En Mahjong speelt.
“Niet te vaak ‘heur’ het zijn allemaal mutsen daar in het Couveehuis. Kouwe kak.”
In de tussentijd draagt ze wel haar zegelring en zegt ‘taartje’ en ‘ijskast’.
Ik ben hoogzwanger. Eerst van Boris, die ze nog heel bewust meemaakt.
En dan van Lucie. Ik ben bij haar en ze rookt niet. Als ik niet zwanger ben, paft ze er flink op los: “Het gaat de vergetelheid tegen weet je.”
Ze herhaalt het een keer of 8.
De tijd haalt haar in. Maar daar heeft ze een agenda voor. Alles wat belangrijk is, schrijft ze op. Wanneer ze wordt opgehaald, wie langs is geweest, boodschappenlijstjes. Boterhammenvlees en sigaretten. Waarvoor ze soms vergeet te betalen. Ze is ook ongeremder ineens. Emoties klinken ongenuanceerd en ongecensureerd door de ruimte. Over foto’s die ze gekregen heeft: “Ja, die heb ik gezien, die glanzende geposeerde kiekjes toch?”
Dan ben ik 40 weken zwanger van Bobbie. Het is bloedheet, 10 uur ‘s avonds en we liggen al in bed. De telefoon gaat. Eerst de vaste lijn. We negeren het. Maar als mijn mobiel klinkt weten we dat het menens is.
Het is 8 juli een jaar geleden dat ze haar lichaam aan de wetenschap schonk. Heel gedoe nog, om haar in het betreffende Universitair Medisch Centrum te krijgen. Zo regeert Oma Fladder toch nog even over haar graf heen.
Ze besluit het in de laatste fase van haar leven. Tevens de fase waarin ze herhaaldelijk zegt dat ze hersenchirurg wil worden.
“In een volgend leven Eva, ik ben niet gek heur.”
No comments:
Post a Comment