Met een sierlijke beweging gooi ik mijn sleutels de lucht in. Geen idee waarom. En al helemaal niet waarom ik dit doe boven een put. Paniekerig grijp - het stadium vangen is al gepasseerd - ik mis. Ik zie ze gaan, twijfelend op een van de tussenschotjes van het rooster. En weg zijn ze.
Oh nee. Mijn autosleutels. En Boris zet ik net af voor bijles en de meisjes liggen thuis te slapen. Ik zie mezelf al in een louche taxi op en neer.
Het volgende moment lig ik op mijn buik en constateer dat mijn armen te kort zijn. Ik overweeg in de put te gaan. Het is een smalle put. Dadelijk blijf ik er nog in.
Dan komt de man van de bijleslerares Engels van Boris me helpen. Met een hengel en een visnetje bevrijden we mijn sleutels uit de put. Lang leve de man.
Als ik met Bobbie over het estate wandel, ga ik terug altijd over de golfcourse. De regels schrijven voor dat het niet mag, maar in goed overleg kan er weinig mis gaan. Ik moet veel wachten. Vier mannen doen nogal veel slagen over 100 meter. Als ik ze in wil halen spreken ze me aan.
“Je neemt wel een groot risico met je baby.”
“Hummum.” Zeg ik.
“Je weet zeker niks van golf.” Vervolgen ze.
“Hummum.” Zeg ik iets dwingender en manoevreer met de kinderwagen langs de zij aan zij geparkeerde karretjes.
Ze slaan vervolgens twee balletjes rollend over het gras.
“Huh? Golf, dat is toch met een boogje?” Ik zeg het zomaar tegen een van hen. Ze hebben hetzelfde t-shirt aan en daarboven een vrijwel identiek hoofd.
Dan horen we nieuws over een oud collega van Joost. Ze is al een tijdje ziek en het is onbeschrijflijk met hoeveel moed zij haar ziekte draagt. Als er iemand recht heeft om in de put te zitten, dan is zij het wel. Maar ze doet het tegenovergestelde. Met een enorme levenslust stapt ze door de wereld. Zelfs nu het slechter gaat straalt ze uit dat ze het wel redt. Geen woord over putten of onrechtvaardigheid.
Het is het leven.
Maar soms zou het fijn zijn als de wereld zo simpel was als door de ogen van een vijfjarige. Dan gaat het gewoon zo.
Je ontvangt post van je vriend uit Nederland en je stuurt een tekening en een gedicteerd begeleidend schrijven terug.
‘Hoi Max, ik heb een tekening voor je gemaakt. Jij bent het met de dikste hand. Je houdt ook een pan vast. En er is een bom.’
No comments:
Post a Comment