Sunday, 8 May 2011

Dag Moeder



Daar staat ze. Mijn moeder. Niets dan het uiteinde van een litteken dat onder haar trui haar hele borstbeen beslaat, doet vermoeden dat ze zo’n kleine kans had. Om te overleven.
Stralend. Ook na een reis van 24 uur. En trots verhalend over de mannen van de paspoortcontrole. Die nog eens goed naar haar foto keken en haar allemaal jonger schatten. En wie ze dus allemaal koffie heeft aangeboden. “Nee, niet echt natuurlijk, je weet wel, als grapje.”

Negen maanden geleden is het inmiddels. Ze ligt met benauwdheidsklachten in een ziekenhuisbed. De aanname longembolie maakt plaats voor een diagnose gescheurde binnenwand van de aorta. Vlak naast haar hart. Kritiek is het. Ze moet met gillende spoed geopereerd.
Ik vroeg het me wel eens af. Hoe ik zou reageren als er echt iets ergs zou gebeuren. Ik zag mezelf manhaftig iedereen gerust stellen.
De werkelijkheid is anders. Het liefst zou ik – net als tijdens een heel spannende voetbalwedstrijd (alleen van het Nederlands elftal dan hè) – gewoon zeggen:
“Joh, spannend.” "Kut" (in dit geval). “Hee, ik ga ff een rondje lopen, ik hoor het wel als er nieuws is.”
Maar, het is mijn moeder die daar ligt met die gescheurde aortawand.  En het is echt goed mis.

Dus ik ga voor de zekerheid. Als gezonde hypochonder struin ik regelmatig het internet af op zoek naar diagnoses. Meestal zijn kansen klein (of groot),  stel ik mezelf gerust en zit weer op hetzelfde level als de rest van het gezin.
Nu heb ik een levende bron en bevraag de artsen hoe groot de kans is dat ze het overleeft. Bel vriendinnen en bevraag hen (toch ook) over de kansen die ze via google vinden. Ik klamp me vast aan de woordenstroom en geef me over aan de schijnzekerheid

De operatie is succesvol en ze ligt op de IC. Vanwege de gezinssituatie – oma is zes dagen geleden overleden en ik kan elk moment bevallen – krijgen we een familiekamer.
Voor één dag. Dan zijn ze ons zat.  
Elke lange witte jas die polshoogte komt nemen, bespringen we voor extra informatie. Het kan ook door mijn hormonen of de grootsheid van de situatie komen. Want ergens denk ik ook nog te flirten met zo’n arts. Terwijl ik, zeker als ik de foto’s bekijk van mijn situatie op dat moment,  ook wel inzie dat vooral letterlijk groots op mij van toepassing is.

Kansen. Je kunt er niks van zeggen. Bovendien is het heel irritant – met name voor anderen – als je de hele tijd vraagt wat de kans is. Vooral als je op safari bent en iedereen zich steeds hardop af blijft vragen hoe groot de kans is dat ‘we’ – terwijl ‘ze’ eigenlijk ‘ik’ bedoelen - een leeuw zullen zien.
De enige zekerheid is dat je altijd 50% kans hebt. En de positieve helft bracht mijn moeder na negen maanden naar Zuid-Afrika.  Mijn huidige woonplaats.
En dat overigens voor iemand die nooit verder reisde dan Tenerife.  Alwaar samen met een vriendin slachtoffer geworden van ‘balletje, balletje’ (waarna we van onszelf niet meer uit eten mochten). 

No comments:

Post a Comment