In de week (weken eigenlijk) dat we eindelijk ongekooide wilde beesten zien, leren we ook meer over de naughty corner.
‘Well’, zeg ik zo serieus mogelijk, “we decided to take a house without a naugthy corner.”
Ze vinden het niet grappig, onze Zuid-Afrikaanse vrienden.
Je wordt om je oren geslagen met de naughty corner. Niet dat de kinderen er vaak in verdwijnen, er wordt vooral mee gedreigd. Net als met een hiding (tik).
De gemiddelde Zuid-Afrikaan zit nogal bovenop zijn kind. Misschien ingegeven door de onveiligheid die toch als het zwaard van Damocles boven het land en dus boven een ieders hoofd hangt.
Ik laat het in ieder geval bij deze grap. Dat ik ‘naughty’ heb gegoogeld en toen allerlei sexy meisjes als eerste ‘hit’ kreeg, bewaar ik wel voor een volgende keer.
Vader heeft zijn hielen nog niet gelicht out of Africa en daar staat mijn moeder op de stoep. In razend tempo ontdekken zij en wij Zuid-Afrika weer een beetje meer. Van shoppen tot sloppen.
En omdat opa en oma er zijn, kunnen Joost en ik samen op safari. Voor het eerst ooit. Het klinkt heel kaki. En niet georganiseerd. Terwijl we toch echt in een soort Center Parcs terecht komen. We moeten in de rij, het huisje ruikt doorleefd en op het bed liggen dekens. Maar, daar zijn wij - avonturiers van het eerste uur - op voorbereid. Tadaa! We toveren de dekbedden uit de auto.
Daarna bekijken we de geplastificeerde infomap. Waarom heeft niemand me verteld dat ze naast olifanten ook teken hebben? We schrappen de ochtendwandeling vanwege deze kleine fauna en voordat we op avondsafari gaan doe ik voor de zekerheid ook DEET op mijn broek en in mij haren. Eigenlijk smeer ik gewoon overal DEET.
De avondsafari beleven we vanuit een open jeep, met zes andere mensen. In een lange sliert - de vijf jeeps leggen hetzelfde uitgesleten parcours af - hobbelen we door het park.
De laatste restjes zon geven het wildpark een roze gloed en als het bijna donker is, pakt de ranger twee soort grote douchekoppen. Maar in plaats van water komt er licht uit. Omdat ik me voor kan stellen dat hij er geen twee vast kan houden – hoe moet ‘ie dan sturen? – kijk ik alvast stoïcijns in het luchtledige. Naast mij een tegenovergestelde reactie. Blijkbaar brengt het de padvinder in Joost naar boven, deze safari.
We zien een hoop dieren en tijdens de ochtendsafari (zelfde jeep, zelfde parcours) komen we midden in een kudde olifanten terecht. Ik onderdruk de neiging om uit te stappen en weg te rennen en maak ongeveer 150 foto’s. In 10 minuten. Blijkbaar is dat ook een manier om de situatie in ieder geval gevoelsmatig onder controle te houden.
Overigens blijkt, als we een wildpark zonder roofdieren bezoeken, dat het heel logisch is dat kleine kinderen niet mee mogen op safari. Het eerste wildebeest (een soort buffel) dat we tegenkomen zorgt ervoor dat Lucie heel hard gaat gillen. Daar wordt het liggende wildebeest wakker van en staat op. Je kunt er gelukkig ook prima koffie drinken.
No comments:
Post a Comment