Mijn grootste
probleem deze week (tot nu toe, even afkloppen hoor) is het niet komen opdagen
van het hippe fitnessinstructeurtje. Dat klinkt misschien denigrerend, maar
hij ís gewoon heel klein en bovendien, hij verschijnt zo vaak niet dat hij het
vast ook wel met me eens is dat ik hem zo noem onderhand. Het grote voordeel
van deze penibele situatie is dat ik het dus nu al weet en me voorbereid op een abominabel
lesje. Het kan dan alleen nog maar meevallen nietwaar.
Wednesday, 29 May 2013
Thursday, 23 May 2013
Verkocht
Zoon B. (7) werd getoetst voor extra Engelse les. De wachtkamer werd gevuld door een meisje en haar boodschappentasjes.
Ze vertelde over de inhoud van die tasjes en voor hoe weinig ze het wel niet had gekocht! Zoals bijvoorbeeld deze top! En een paar leren laarzen! Dat was trouwens
nog wel even lastig, omdat ze haar vader om geld moest vragen, maar hij vond
het goed! Zij voelde zich daar niet schuldig over want haar moeder en haar zusje kunnen ze ook aan. Nee, ze hebben eigenlijk niet allemaal precies dezelfde
maat, maar haar zusje kan de laarzen met haar grotere voeten wel lekker een
beetje oprekken! Ik had dit argument echt nog nooit eerder gehoord, het leek me
ook erg slecht voor je voeten, maar ik hield mijn mond.
Het zou nog wel even duren en dus had de dame die het assessment
afnam een passende oplossing bedacht: "Jij kunt bijvoorbeeld lekker gaan
winkelen in de mall." Dat maakte even wat emoties los hoor. Eerst was ik
beledigd, anderzijds werkte het enthousiasme van het meisje met
de tasjes aanstekelijk en toen popte ineens Jet Bussemaker op. Ze keek me heel streng aan met
haar rood geverfde lipjes en zei zoiets van:
"Ik dacht het niet hè, ga jij
maar even wat schrijven ofzo."
Ik vroeg: "Heb je nou echt niks beters
te doen, sjonge jonge zeg."
Jet dacht even na en zei: "Nee, eigenlijk
niet."
Ik keek van de assessment mevrouw die van 'ja, ja' knikte, naar Jet die driftig 'nee nee!' schudde. En toen reed ik naar
de mall. Uiteindelijk doe ik toch wat ik zelf wil.
Het was maar een heel klein kabouterwinkelcentrumpje. Ze hadden er eigenlijk niks fatsoenlijks,
maar - zal je altijd zien - toch één best 'okéje' winkel met hardloopschoenen
en mijn model in de uitverkoop. Ze waren precies een maat te klein, maar mijn uitverkoopradaren maakte dat ik ze prima
paste. Heel raar ja, ik begreep het ook niet. Dus liet ik de meneer van de
schoenenwinkel even voelen wat hij er met zijn deskundigenoog van vond en die zei dat ze als gegoten zaten! En ik dacht, 'Wat een mazzel!' in plaats van 'Wat
een onzin sportschoenverkopertje!'
Thuis paste ik ze zonder sokken, met sokken, ik voelde nog een keer, ik
sprong er zo'n beetje op en er rekte echt helemaal níks lekker op. Dus ik bracht ze
terug. Ergens wist ik natuurlijk al dat ik dat ging doen, maar soms kun je het nog zo goed weten, kennis komt toch
echt voort uit ervaring.
Thursday, 16 May 2013
Ik dacht ze eng
Ik haat autorijden. Ik haat files. Ik stond er midden in. Langs de kant van de weg
zag ik een meneer met een zaag. Hij had een bord in zijn handen dat hij het aankomende
verkeer liet zien. Eerst het verkeer van links, dan rechts en als laatste recht
vooruit. Het was een T-splitsing inderdaad. Als hij met een serieus gezicht zijn armen in een ferme gestrekte
beweging naar voren bewoog, schopte hij ook steeds ritmisch een been mee. Alsof
hij de tango danste zonder partner. Ik grinnikte. De man zag het en
lachte ook, dus ik stapte uit en maakte een
praatje. Nee, niet alles geloven wat ik zeg hè. Dit is Afrika, voor je het weet
schiet zo iemand je dood. De man glimlachte omdat hij waarschijnlijk iets van me
wilde.
Thursday, 9 May 2013
Kaal of kammen weet je wel
Het was een gewone vrijdagavond. Soms kan je het na zo'n hele week echt even hélemaal gehad hebben. Dat je moe bent, hard hebt gewerkt, de kinderen enzo, maar nu dus niet. In deze relaxte staat van zijn kriebelde ik even op mijn hoofd en toverde een beestje tevoorschijn.
"Ojee," zei ik tegen man J.
Man J. keek verstoord op naar wat ik voor zijn neus heen en weer bewoog.
"Zou, het een luis zijn?" Vroeg ik hem.
"Neuh, het ziet er meer uit als een mini andersoortig beestje, hoor."
"Oh en wat voor soort mini andersoortig beestje zou dat kunnen zijn dan?!" Ik begreep wel dat hij mij gerust wilde stellen, maar ik voelde dezelfde paniek als drie jaar geleden.
Man J. keek verstoord op naar wat ik voor zijn neus heen en weer bewoog.
"Zou, het een luis zijn?" Vroeg ik hem.
"Neuh, het ziet er meer uit als een mini andersoortig beestje, hoor."
"Oh en wat voor soort mini andersoortig beestje zou dat kunnen zijn dan?!" Ik begreep wel dat hij mij gerust wilde stellen, maar ik voelde dezelfde paniek als drie jaar geleden.
Thursday, 2 May 2013
Het kabbelt
Het was 1 mei en
een vrije dag in Zuid-Afrika. Het kwam een beetje op een raar moment want het
was de dag ná Koninginnedag. Nu maakt het ook weer niet zo heel veel uit, bedacht
ik me terwijl ik nog in bed lag, want in feite ben ik dus helemaal niet
koningsgezind. Nou ja, ik ben ook niet níet koningsgezind, maar gewoon
neutraal. Ik kan het verder niet onderbouwen en als mensen vragen of ik soms republikein ben, denk ik dat van niet, maar als we een president zouden hebben,
zou ik het ook wel best vinden vermoed ik. En zo was de vrije dag eigenlijk nog
niet eens echt begonnen en was ik me al bewust van een gapend gat in mijn
algemene ontwikkeling. Ik wilde het liefst onder de deken kruipen en er verder
het mijne van vinden (niks dus) maar zelfs dat is niet eenvoudig met drie
kinderen.
Dus zo klom ik
uit bed. Nee grapje, ik begrijp nooit wat mensen daarmee bedoelen. De enige
keren dat ik als een soort kabouter in bed klom en zo min of meer uit bed gleed
en op de grond plofte, was tijdens mijn kraamtijd. En kabouter, kabouter,
alleen vanwege dat hoge bed op klossen, verder zie je er natuurlijk gewoon uit
als een enorme berg mens met je zwangere buik en opgeblazen ledematen. Ik heb
nog wel eens gedacht dat ze met die roze wolk dat hoge bed bedoelen. Maar dat
zal wel niet hè, onder een roze wolk staat immers niet alle troep die eigenlijk
bedoeld is om weg te gooien en nu ineens zichtbaar onder je bed stof staat te
happen.
Dus ik stapte uit
bed en viel met mijn neus in een bordspel. Alle kinderen deden mee. Het is een
spel met een ijsberg, een brug, een iglo en vier beestjes die via de brug van
de ijsberg naar de iglo moeten. Je wint en verliest als team en mijn kinderen
kregen het toch voor elkaar er een competitie-element in te brengen met
schreeuwen en huilen en toen was het inmiddels 6.00 uur en ik wilde nog steeds
dat ik bed was blijven liggen.
Toen we (na zeker 10 minuten) klaar
waren met het spel, stak mijn opruimwoede plots de kop op. Deze opruimwoede verloopt cyclisch, theoretisch zouden we ons er dus op kunnen
voorbereiden en dat zou dan weer een hoop frustratie schelen. Nu komt het toch
altijd weer als een verrassing en dat gaat ongeveer zo. Eerst is het heel netjes van de
laatste keer opruimen en kijk ik af en toe vol trots naar al die kaarsrechte
stapeltjes kleding. Daarna houd ik het nog een beetje bij, na een tijdje leg ik
dingen gewoon in de kast en min of meer op stapels, vervolgens prop ik het ook
tussen de stapels en daarna vraag ik me hardop af HOE! het toch GVD! toch zo ver
is gekomen!
Dus zo hobbelden
we door de dag van dit en dat en tralala en zo tegen de wijn vroeg ik voor de
zekerheid even aan man J. wat hij nou eigenlijk vond van het koningshuis, maar
hij had ook niet echt een mening. Zo zaten we even naast elkaar te zwijgen,
overwogen of we iets ervan op Wikipedia zouden opzoeken, maar bedachten dat als
we maar gewoon alleen met elkaar blijven praten, niemand er ooit iets van zou merken.
En toen was het godzijdank alweer bedtijd.
Subscribe to:
Posts (Atom)