Thursday 21 February 2013

Herriestoppers en dooddoeners


De man danst een traag dansje op muziek die ik me herinner van toen ik 15 was. Of nou ja, dansje. Het zijn eerder slome, schuivende passen, het hoofd naar beneden gericht. Hij kan ieder moment omkukelen. Plotseling is daar een vrouw. Ze positioneert zich voor de man en zakt met haar schouders 'shakend' afwisselend door haar rechter- en linkerknie. Daarna zakt ze door beide knieën tegelijk en 'shaket' weer omhoog. Ik sla mijn handen voor mijn ogen. Sommige dingen wil je gewoon niet zien. Stel dat je het een keer zelf doet in de veronderstelling dat het sexy is, dan heb je nu bewijs dat het niet zo is. Zo jammer.

Bovendien ben ik niet dronken op dit feestje, maar degene die zich broodnuchter achter een hekje in de tuin verschanst heeft. Niet om te spioneren (gekkies) - dát zou wat zijn, dat je op zaterdag feestjes vanachter een hek gaat bekijken – neeee, ik heb dus gevraagd of de muziek uit kan. En ik sta te wachten en te wachten en opeens denk ik, ze laten me hier gewoon staan!

Mijn gedachten dwalen af naar mijn vakantiebaan als koffiejuf. Ik was 15 en werkte in een énorm overheidsgebouw vol met grappige ambtenaren. ‘Zo, de kop is weer vanaf’ op maandagmiddag en ‘Zo Zaagmans is alweer geweest’ op de woensdagmiddag. De eerste keer is dat dan nog best grappig, daarna denk je ‘allejezus’ en daarna denk je ‘ik word nooit ambtenaar’ terwijl je überhaupt nog nooit hebt gedacht het wél te worden, maar in je hoofd spelen zich soms dingen af waar je geen invloed op hebt. En dan word je het later plotseling tóch en daarom alleen al is maar goed dat je niet alles van te voren weet, want je zou er op voorhand depressief van kunnen geraken.  

Goed. Twee keer per dag racete ik met mijn kar met koffie en thee en koeken over de gangen. Als we (de koffiejuffies) niet over de gang raceten, belegden we broodjes. We kwakten boter met een lepel op broodjes want dat was sneller. Dus dat deed ik, want ik was 15 en ik had niet echt een mening over iets, laat staan over het smeren van boter op broodjes. Al ging het helemaal niet snel, bij mij dan tenminste niet dus ik dacht, ik kan maar beter nooit voor 'het echie' koffiejuf worden. Dat moet je dan niet hardop zeggen, want daar maak je geen vrienden mee, maar ik was 15 en ik moest nog een hoop leren.

Peggy stuurde de groep koffiedames aan. Peggy had een hele strakke staart, maar echt dat je denkt hoofdpijn strak en Peggy vond mij langzaam “Jij bent echt langzaam!” zei ze dan terwijl haar lichaamstaal ook wel al boekdelen sprak, maar het kan allemaal maar duidelijk zijn soms. Ze dacht overigens dat ik wel sneller kon. Dan snelde ze ineens uit de lift terwijl ik met een koffiekopje en een peuk erin (those were the days) uit een kamer rende. Terwijl ik het stilleven van de ambtenaar in mijn koffiekar smeet vergezeld van een "Hey, hoi, ben je klaar, ik neem je kopje mee hè!" stond Peggy ineens voor mijn neus.
“ZO! Sta je weer te kletsen?!”
En dan keek ik eerst om me heen en dan bleek dat ik de enige was en dat ze het tegen mij had.
Dus dan zei ik: “Nee Peggy, sorry.” Terwijl ik dacht ‘Met wie in vredesnaam zou ik hier moeten praten?!’

Maar goed, ik word onderbroken door feestganger Edward, het kan ook Steward zijn. Hij zet de muziek eerst zachter, maar ik ben op een missie, je kunt niet ineens geen voet bij stuk meer houden. En zo gaat de muziek uiteindelijk. (Sorry, grapje tussendoor.)

Resumerend heb ik dus een feestje rücksichtslos beëindigd. Je kunt je afvragen of dat sneu is. Maar er zijn altijd sneuere dingen. Het is hetzelfde met ergere dingen en leuke, spannende en gore dingen btw. En dooddoeners zijn nooit zaligmakend. Het zou ook raar zijn toch, ben je op een leuk feestje zeg je “Maar er zijn vast leukere feestjes!” Bovendien is het achteraf. Achteraf constateer je ook dat Peggy waarschijnlijk dacht dat ik met mensen stond te ouwehoeren omdat ze dat zelf de hele tijd deed of in ieder geval graag wilde. 

No comments:

Post a Comment