Wednesday, 31 October 2012

De Waarheid


“Zijn jullie verdwaald?”
De stem klinkt ergens achter ons, terwijl ik net met dochter (Lucie, 3) de wc in het rugby stadion van de Sharks uitloop. We leven in de rust en reeds vele billen gingen ons voor. Normaal gesproken wacht ik in de rij, neem een hap lucht als ik aan de beurt ben, hang zo’n beetje half boven de pot, doe met twee vingers de deur weer open, adem uit, was mijn handen en snel naar buiten. Maar, met een kind, toch andere koek.

Thursday, 25 October 2012

Het komt wel goed. Schatje


En toen glipte mijn favoriete parfum uit mijn handen. Het raasde naar beneden en ik zag het machteloos gaan en dacht, het is dik glas, het is dik glas, het is echt best wel dik glas. EN? Nou, het splashte natuurlijk kapot op de tegels. 'Wat had je dan in godsnaam verwacht?' Zei ik tegen mezelf. Ik zei het door mijn tanden en mijn beugel heen, ving dat beeld in de spiegel en het zag eruit alsof ik elk moment op moest in een Free Fight. En ik dacht ook, misschien zie ik er wel gewoon altijd zo uit als ik niet in de spiegel kijk met mijn spiegelhoofd. Ik vond het zeker beangstigend, om te huilen zelfs, maar ik deed het niet.

Wednesday, 17 October 2012

Oh God!


Er kwam een kleine mevrouw op me af gestiefeld. Ze had een op zeker zelf gehaakte shawl omgeslagen. Heus niet gek handwerken, lekker Zen op het getik van je eigen naalden volledig in een flow geraken (alhoewel het eindproduct ‘enorme bordeauxrode cape’ toch enigszins obsessief aandoet). Ik had de mevrouw uit mijn ooghoek zien uitpakken. Het ene zelf gehaakte eierdopje na het andere kwam tevoorschijn en werd zorgvuldig in de marktkraam uitgestald. De mevrouw beende in de tussentijd door in de richting van mijn kraam. Het was 7.30 am, ik had op zich geen zin in die mevrouw en straalde (er was nog geen kip of course) één en al drukte uit. Zo dook ik ineens, vrij behendig overigens, onder de kraam en acteerde iets met mijn slaapzakken en papieren tasjes.

Thursday, 11 October 2012

Toverspreuk


'Heilige Antonius lieve vrind, zorg dat ik mijn autosleutels vind.'
Ik hoor het mezelf zeggen. Alhoewel, smeken dekt de lading misschien beter. Het is een recept van zo lang met iemand zijn dat je diens ‘dingetjes’ over gaat nemen, een ultimum remedium en een beetje pure paniek van mezelf. Ik ben mijn reservesleutels al een tijdje kwijt. Eerst dacht ik ‘Ze liggen vast wel ergens en dan heb ik ze straks ineens weer.’ Maar wat ik ook wachtte, er gebeurde niets. Toen begon ik te zoeken. Niks. In het volgende stadium begon Joost mee te zoeken. Onder lichte dwang, maar soms is dat nu eenmaal nodig. Het werd steeds iets minder gezellig en het brengt ook niet mijn welbespraakte kant naar boven, als ik iets kwijt ben. Ik zou eerder zeggen dat mijn primitieve kant mooi wordt uitgelicht. Je leeft als het ware om te zoeken, al het andere vitale wordt (zoals bij een open hartoperatie, ik noem een dwarsstraat) op een laag pitje gezet om je volledig te kunnen focussen op vinden.