Ik ben in de
sportschool voor mijn wekelijkse dosis Katabox. “Heb je gewonnen mam?” Vraagt
Boris elke keer als ik thuis kom. En dan antwoord ik, “Nee, want het is alleen
maar een sportlesje en ik boks eigenlijk in de lucht.” “Oh, ok, gek.” zegt
Boris dan steeds. En elke keer voeg ik toe dat ik hele lange armen heb en dat
het er daardoor eigenlijk ook niet echt uitziet. Ik hoef het niet toe te voegen,
maar ergens vind ik het zelf ook wel sneu of zo. De leeftijd van ontdekt worden ben ik
inmiddels gepasseerd (alhoewel ik toch soms expres mijn been heel hoog doe wat
nergens op slaat en bovendien kun je je afvragen of je ontdekt wil worden ‘in de
Katabox’. Er komen vast heel veel regels bij kijken zoals een
kledingvoorschrift en een dieet en los daarvan ben ik het ook gewoon wel zat na
drie kwartier).
Vandaag is de
Katabox leraar ziek en we hebben een invaller. Hij heeft een soort beenwarmers om en een hoofdtooi met bont op. Hij ziet er behoorlijk afgepeigerd uit. Het klopt. “Lieve sportfanaten,
dit is mijn zesde les vandaag, maar we gaan er wat moois van maken!” En dan
draait hij met zijn heupen en ogen tegelijk. Er zijn er die gelijk meedoen. Ik
wist niet dat we al begonnen waren want ik was eerlijk gezegd blijven steken in
mijn eigen gegrinnik bij het ‘sportfanaten’ gedeelte – maar nu de rest al aan
het bewegen slaat kan ik niet achterblijven. Dus ik draai ook. Terwijl iedereen
alweer stil staat. Story of my life. De rest van de les heb ik me vooral druk
gemaakt over de leraar. Hij bleek ook nog eens 65 en ik was toch best bang dat
hij tijdens zijn moves plotseling hartstikke dood neer zou vallen en of hij dan wel verzekerd
was en wie hem dan naar het ziekenhuis zou brengen. Alsof dat nog relevant is
als je dood bent, maar toch.
Na de les loop ik
naar buiten, ga in de auto zitten en dan klopt er iemand op mijn raampje. Er
staat een parkeerwacht naast me. Ik doe het raampje open en kijk hem vragend
aan.
“Hallo”, zegt de
parkeerwacht, “Ik ben Snow White” en hij wijst naar zijn naambordje om dit te
staven. Ik zeg, “Hallo Snow White” (de naam is net zo normaal als Patience,
Lovemore en Pretty, mij verbaas je niet meer).
Snow White vraagt:
“Kun je me iets vertellen over witte boorden criminaliteit? Het is voor mijn
studie.” Dus ik begin een heel omslachtig verhaal over mannen in dure pakken in
grote kantoren die geld sluizen naar hun eigen rekening en dat dat iets anders
is dan wanneer je op straat beroofd wordt. Ik houd het eenvoudig, want je weet
niet hoe ver hij met zijn studie is en ook, ik heb wel eens een makkelijker
vraag gehad van een parkeerwacht, zoals, “Hoe gaat het?”
Snow White zegt,
“Oh, dus zoals fraude, corruptie en witwaspraktijken?”
“Hoe ver ben je
eigenlijk met je studie?” Vraag ik hem.
“Ik ben over twee
maanden klaar.” Zegt Snow White.
“Maar dan weet je
dit toch allemaal wel?” Ik.
“Ja, dat klopt,
maar ik doe nu veldonderzoek.” En Snow White lacht.
Ik denk, "Zak
erin Snow White" en vind het ergens jammer dat het een neger is en geen witte man in een pak want dan had ik het
gesprek in een veel eerder stadium afgekapt en gezegd “Goh wat toevallig want ik ben dus Assepoester." Het had me vast een beter gevoel gegeven.
No comments:
Post a Comment