“Je ben niet van hier hè.” Zegt de stofverkoper.
Ik vind dit een hilarisch zinnetje. Het lijkt me nogal wiedes dat ik niet werk in dit drie man tellende
bedrijfje namelijk. Stel je voor dat ik al jaren in deze petite stoffenwinkel
werkte met verder de DRIE andere personeelsleden en dat het deze man blijkbaar
nooit is opgevallen? Alsof je dag in dag uit ongezien onder een bureau bent
gesneakt en daar plots 'Tadaa!' roepend, onderuit bent gekropen.
Maar ik laat het dus niet merken, want ik vind wel vaker iets amusant dat bij
anderen onmiddellijk in het verkeerde keelgat schiet. Dus ik slik mijn
gegrinnik in wat een soort kramp veroorzaakt in mijn kaken en wat het vervolgens
nog vrij ingewikkeld maakt om te zeggen: “Ja, dat klopt.” Daarna moet ik me
als de sodemieter concentreren want de man somt – nu ik heb bevestigd dat ik
niet van hier ben – in gierend tempo allerlei namen van bedrijven op die stof
verven. Ik had eigenlijk gevraagd om bedrijven die katoen leveren, maar de man
is verder niet heel spraakzaam, dus ik heb maar één kans vermoed ik en pen
allerlei onverstaanbaars op. Zoals 'Tnilup'. Maar ik denk ‘Dat google ik dan
thuis wel even’.
Daarna spel ik mijn emailadres – om op de hoogte te blijven van nieuwe
stoffen die binnen komen - waarbij ik in mijn geheugen graaf voor iets passends
Engels bij elke letter. Heel vaak kies ik gewoon maar een Nederlandse naam die
ik Engels uitspreek. Zoals de ‘B’ voor ‘Bernard’ dat dan ‘Beurnerd’ wordt
en de ‘E’ voor ‘Edward’ dat dan ‘Itwurd’ wordt, waarbij ik dan weer verontschuldigend
giechel en zo word ik dus nooit een pittige zakenvrouw. Overigens had ik ooit,
toen ik nog naar volle tevredenheid werkte van 9.00 – 17.00 een Marokkaanse kamergenoot. Zij spelde haar
eigen achternaam ‘Cheaibi’ met de 'C' van 'Cornelis', de 'H' van 'Hendrik' etc.
waardoor ik dan weer direct onder mijn bureau kukelde van het lachen en waarvan
zij de humor totaal niet inzag.
Als ik alles heb opgeschreven en een paar proefstukjes stof mee heb
gekregen, loop ik naar buiten. Het is een niet al te beste buurt, dus ik spring
in de auto en rijd achteruit om weg te zoeven. In plaats daarvan hoor ik 'boink' en sta plotseling stil. Ik zie mezelf al formulieren invullen in een of ander
aggenebbes etablissement, vervloek mezelf dat ik heldhaftig in mijn eentje
overal heen scheur en omdat ik verder niemand de schuld kan geven overweeg ik te
gaan huilen. Het gebruikelijke scenario overigens hoor, niks om stante pede
ongerust over te geraken. Zo spreek ik mezelf toe. Dan kijk ik met één oog
voorzichtig in mijn achteruitkijkspiegel en ik zie geen andere auto. Het was
gewoon een heel laag paaltje, maar wel hoog genoeg om tegenaan te botsen
blijkbaar.
Thuis google ik de onverstaanbare namen van mogelijk verffabrieken etc. op
ongeveer duizend verschillende manieren. Het werkt niet en zo verlies ik mezelf
in het telefoonboek dat ik eigenlijk weg wilde gooien. Immers, waarom gebruiken
we het telefoonboek als we Google hebben nietwaar? Maar even hè, handig! Alles
alfabetisch, soms een korte beschrijving en ik dacht waarom willen we er in
Nederland toch vanaf. Maar goed, ik ben inmiddels van hier en niet meer
vandaar.
No comments:
Post a Comment