Wednesday, 14 March 2012

Ondergedoken


Het miezert en Bev, de tennislerares, zegt af.
Dus ik whatsapp aan ‘Groep tennis’:
‘Zullen we anders even bellen waarom ze niet komt?’
B. whatsappt terug: ‘Soms lopen dingen in een leven anders dan je verwacht, dus misschien beter van niet.’
Ik app: ‘Oh ok’, terwijl ik mijn wenkbrauwen optrek en het dus maar goed is dat ik dat nephaar niet in heb.
Het is een onverwachte wending. Net zoals stipt op tijd weg willen gaan en dat er dan één een poepbroek heeft. Dat je op je computer dat ene bestand niet terug kunt vinden omdat er één een spelletje moest doen. Of dat je een uur in de keuken hebt gestaan en dat de feedback is: ‘Ik vinne deze nie zo heel lekker’.

Maar, wij volwassenen zijn van regels, mores en afspraak is afspraak. Dus, regen of geen regen, ik heb me al volledig Steffi Grafisch in tennistenue gehesen en in gedachten heb ik ballen zorgvuldig in hoeken gemikt.
Net als ik wil sms’en waarom (the fuck) ze niet komt, zie ik haar in een ambulance liggen die haar met gillende sirenes vervoert van het ene naar het andere ziekenhuis. De ambulance stopt, want hij is kapot en komt terecht in een hele heftige storm. Terwijl de doktoren overleggen of ze in de ambulance zullen opereren (…).
Het kan ook de invloed zijn van Grey's Anatomy, dit.
Dus ik sms, maar dan wel omfloerst: ‘Hoi, hoe gaat het’ en ‘Als het aan het weer ligt’ en ‘Wij gaan hoor, dus je kunt komen.’ En ‘Anders een fijn weekend hè’.
Het wordt nogal een lange sms. Ik begrijp er zelf niet heel veel meer van en denk sjemig wat een gedoe en het is nog niet eens 7 uur en dan druk ik toch maar op send.

A. (naderhand want ze had discussie op whatsapp gevolgd, maar niet gereageerd):
‘Ja, dus, wat was dat nou weer voor discussie? Ik denk gewoon: bel, sms of bel of sms niet!’
En dat terwijl ze met haar tennisracket soort van serveert in de lucht. Sommige mensen hebben een geweldig balgevoel. Mijn racket was al lang blijven hangen in een struik, of ik had mijn racket op mijn eigen hoofd geslagen.
Dan lopen we naar Wilfred, de jongen achter de bar, om ballen te regelen en ik stel voor de grap voor of hij ons anders niet even les kan geven.
Wilfred zegt:
‘Ja, haha, ik zal me even omkleden. Wiens partner ben ik?’
Wij lachen ook allemaal maar zo’n beetje en wijzen naar elkaar.
En terwijl we op de court met z’n drieën ballen uit de lucht harken en om de haverklap ‘Sorry!’ naar elkaar roepen en ook ‘Tennis is heel lastig als je de ballen niet van Bev gericht op je racket krijgt hè!’, komt daar ineens Wilfred op zijn sportschoenen en in een hemdje met wijde armsgaten zoals vooral basketballers dat dragen, court 1 op gedribbeld. Hij duwt enthousiast en tennisleraarachtig een mand met ballen voor zich uit.
Voordat we iets kunnen zeggen stelt hij zich op naast B. en slaat ook een bal over het net.
Er zijn nu twee ballen in omloop.
En we hadden net geconcludeerd dat we met één bal en drie personen al nauwelijks uit de voeten konden.

We slaan een beleefde minuut of vijf ballen kris kras over het veld waarbij we af en toe ook onze handen inzetten om ballen tegen te houden. Daarna zien we gevieren in dat dit niet werkt en dus geeft Wilfred ons ballen aan. Waarmee we ren je rot live starten.
En dan smst Bev.
Ze ligt niet met een dubbele dwarslaesie in een of ander Afrikaans ziekenhuis, ze is ook niet verlaten door haar vriendin en haar huis is ook niet afgefikt. Ze is onderweg naar Mozambique om te duiken.
Er is nog hoop dus.

No comments:

Post a Comment