Friday 11 May 2012

Luister

Zoon B. (6) speelt een matroos in ‘De Kleine Zeemeermin’ op school en vanavond is de eerste van vier uitvoeringen. We hebben een kaartje, kennen zijn liedje en dansje van buiten, zitten aan een tafel in een dromerige onder de zeespiegel-achtige omgeving en luisteren naar het inleidende praatje van het hoofd van de school.
Het praatje wordt hinderlijk verstoord door geluidjes ergens achter me. Nu heb ik een extreem goed gehoor. Maar echt. Geef mij buren op sloffen en ze zijn luidruchtiger dan je verwacht. Leg mij op een bed met heel veel matrassen en ik hoor de erwt. Met vlag en wimpel slaag ik voor elke gehoortest. Niet dat je er ook maar iets aan hebt overigens. Doof is natuurlijk het andere uiterste, maar ik ken geen situatie waarbij alles horen pure noodzaak is.

Het geluid houdt aan en ik kijk geïrriteerd achterom. Wie o wie maakt er herrie terwijl we wachten op onze optredende kinderen. Ondanks mijn dodende blikken sterft het geluid voor geen meter.
Ik kijk nog een keer bozig achter me en daar zit een man met een bril, een klein snorretje en een kaki outfit. Hij kijkt me aan, trekt zijn mondhoeken en snor naar beneden en zijn kaki schouders op. De schouders zeggen ‘Ik weet het ook niet, sorry.’ Ik vind het niet direct geloofwaardig. Het lijkt me typisch iemand die zogenaamd niet weet hoe je je ringtone instelt en dat dan plotseling wel de nieuwste hit van Shakira door de ruimte schalt als zijn telefoon gaat. Of iets van Madonna.

En dan klinkt, niet al te luid maar duidelijk verstaanbaar: ‘Smack my bitch up.’ Zo zachtjes had ik het nog nooit gehoord. Het gevoel bekruipt me dat ik er meer mee te maken heb dan ik in eerste instantie dacht. Hoe kan het nummer dat eerst nog reserve stond in mijn halve marathon repertoire, nu ineens het talent hebben ontwikkeld zelfstandig uit mijn telefoon te knallen?
Het geluid wordt harder naarmate ik mijn tas dichter bij mijn oor breng. Als ik mijn tas open is het geluid zo hard dat onze hele tafel het hoofd van de school niet meer kan verstaan. In paniek doe ik niet mijn telefoon zachter, maar alleen mijn tas heel snel dicht, wat natuurlijk nergens op slaat. We horen allemaal nog steeds mijn blijkbaar favoriete muziek. Maar precies nu lijkt me niet het geschikte moment om uit te leggen dat ik eigenlijk altijd naar andere muziek luister etcetera. Ik kijk verontschuldigend om me heen en fluister ‘Ga uit kloteding!’ in mijn tas, tegen mijn telefoon. Maar helaas, het ligt buiten de invloedsfeer van Voicecontrol.

Voordat ‘Smack my bitch up’ luider uit mijn telefoon klinkt dan ‘All the nice girls love a sailor’ uit de monden van zesjarigen, beweeg ik me bukkend, springend en ‘Sorry!’ fluisterend door het pikkedonker richting uitgang.
En dan sta ik oog in oog met 20 zenuwachtige matrozen, die wachten tot ze ‘op’ mogen.
Het contrast tussen hen en ‘Smack my bitch up’ kan niet groter.
Dus ik snel terug het sprookje in waar kleine mensjes een prachtige show opvoeren. Ik zie, hoor en voel precies genoeg.
De overtreffende trap van trots.

No comments:

Post a Comment