Monday 21 May 2012

Bestaansrecht

Ik ben in een Copyshop. Ik dacht dat Copyshops nergens ter wereld meer bestonden. Maarrrr, inmiddels weet ik dat alle dingen die je nergens meer kunt vinden, allemaal in Zuid-Afrika zijn geland. Zoals daar zijn carbonpapier en papieren registratiesystemen. Reuze handig want als je een foutje maakt, dan is er altijd nog typex. Tippex? Hoe schrijf je dat woord ook alweer? Om overigens nog maar te zwijgen over wegwerkzaamheden hiero. Want ALS er dan ’s een keertje aan de weg wordt gewerkt, staat er de gehele dag een levend mensch met een vlag te zwaaien dat je een baantje op moeten schuiven. Vlak voor de persoon met de vlag staat een geel bord met een man met een petje en een vlezige neus die zijn handen op christelijke wijze voor zich heeft gevouwen en de tekst spreekt: ‘Please don’t kill us.’ Ik vind dat een ingewikkelde zin. Het is alsof het lastig is om de wegwerkers NIET te killen. En als het lastig is om iets NIET te doen, dan is het dus veel makkelijker om het WEL te doen. Daarom ‘high-five’ ik mezelf als ik weer zonder andermans kleerscheuren voorbij een wegwerkzaamheidje ben gekomen.

Maar goed, ik ben dus in de Copyshop om business cards op te halen. Ik ben aan de beurt na een grote, gespierde man met een dikke nek, die zichzelf vacuĆ¼m getrokken heeft in een strakke spijkerbroek EN een strakke spencer. De spencer, ook alleen nog terug te vinden in ZA btw. 
Hij legt uit dat hij een plastic ding wil, waar je andere plastic dingen in kunt steken en waar dan op komt te staan: Kip, Rund, Lam. Hij wijst ook aan hoe het eruit komt te zien. Hij slaat met zijn vuist op zijn borst en maakt van daaruit een ronding alsof hij een hele dikke buik aangeeft. ‘En dan heb ik hier ook nog stickers met Kip, Rund, Lam!’ Voegt hij toe en hij legt de stickers met een klap op de toonbank.
Sjongejonge, zie je hem denken, het is nu toch wel zo duidelijk als wat!
Het meisje van de Copyshop – de hanenkam stijf rechtop en het haar dat er niet bij paste met gel rond het hoofd geplakt - probeert uit alle macht te begrijpen wat de man van haar wil. Ze gaat er bijna scheel van kijken. Het wordt er niet flatteuzer op.
De man herhaalt iets luider nu: ‘Dus zo’n plastic ding, waar je dingen in kunt steken waar KIP!, RUND!, LAM! op staat. En dan dat buikrondje weer, maar dan driftig en snel.

Ik kan het niet helpen. Maar er ontsnapt mij een duidelijk hoorbaar, ‘Hi hi.’
De man draait zijn hoofd naar mij, snuift en vraagt, ‘Vind je dat om te lachen?’ 'Nee, nee, nee’, zeg ik. ‘Ik vind het juist HEEL interessant wat je allemaal doet. Echt HEEL interessant.' In moeilijke situaties weet ik gelukkig altijd iets intelligents op te merken.
Hij vraagt: ‘Oja?’
Ik bedenk me dat ik werkelijk geen idee heb en dat het pure zenuwen zijn dat ik dit zei en dat ik nu wel iets geschikts moet opmerken in deze Copyshop gedomineerd door hanenkam, stierenek, kip, rund en lam.
En dan zegt iemand: ‘Hier heb je het nummer van iemand die doet in die plastic dingen.’
We kijken allemaal verbaast naar de man die verder nog niemand had zien staan. En ik bedenk me dat de verlossing altijd komt van de persoon die je eerder nooit opgevallen is. 

No comments:

Post a Comment