Tuesday 17 April 2012

Het is hier fantastisch

We keken in de bioscoop de animatiefilm ‘The Lorax’. Het ging over een dichtgeregelde stad waar geen boom meer groeide en alles van plastic was. De hoofdpersoon was verliefd op een ietwat ouder meisje, dat meisje wilde graag een echte boom hebben en zo begon het avontuur: De zoektocht buiten plastic city met al z’n regels, naar zuivere lucht en die ene boom.
We keken de film met z’n vijven. De twee van ons onder de 3,5 vielen halverwege in slaap. Twee van ons vochten tegen de slaap en de zesjarige speelde naderhand wat scènes na en vond ‘dat met die dansende zebra’ het leukst. Wat een voorstukje was van een andere film.

En toen kwamen we thuis en vonden we een geniepig tussen de deur gestoken brief waarin samengevat stond:
Uw garagedeur mag alleen open zijn als u er in- of uitrijdt. Uw garagedeur is vaker, soms zelfs ’s nachts open. Dit is in strijd met artikel 17.2 van de Rules (…). Er is over geklaagd. Het is gecheckt vanaf 29 maart jl.
Het is zo.
En ik sprak: Jongens, dit ga je niet ménen. Mijn Nederlands is sedert ons vertrek naar Zuid-Afrika blijven steken op Ter land Ter zee en In de lucht niveau. Blame het op BVN die ons overlaadt met het (Tros) Muziekfeest op het plein. Niet dat het ABN daar mede zegeviert.
Daarna zocht ik de regels van het Estate op.
Althans, ik zei: ‘Joost waar zijn de regels?’
Ik ben totaal niet administratief eindverantwoordelijk, dus ook mijn kennis over gekleurde multomappen en tweegatig ordner land is beperkt.
En inderdaad, we waren hartstikke fout bezig.
Ik geraakte er niet heel erg van in de stress of zo. Want stress over regels van een Estate, waar de avond ervoor nog met glad gestreken gezichten gestemd was of we honden zwaarder dan 20 kg wel of niet op ons Estate zouden dulden, is aan inflatie onderhevig.

Of lag het wel aan ons? Ik dacht terug aan de cultuurcursus die we volgden toen we net in Zuid-Afrika waren. Ik vroeg me tijdens de cursus hardop af waarom het zo lastig was speelafspraakjes te regelen voor zoon B. van zes.
De cursusleider had wel een antwoordje klaar.
‘Jullie zijn net als de Zweden. De mensen denken waarschijnlijk dat jullie naakt rondlopen thuis.’
Daarna liet de beste man een stilte vallen en keek ons veelbetekenend aan.

Ok. Misschien lag het dan niet aan ons, maar aan mij. Ik had immers in de apotheek, door een gespierd mannetje, de griepprik laten zetten. In plaats van een witte jas had hij een bruin t-shirt aan met daarop de tekst (vrij vertaald): ‘De meisjes willen mij zoals een aap een banaan wil.’ Het stemde me niet geheel gerust. Hij prikte en toen hij klaar was zei hij:
‘Nou dat heb ik even netjes gedaan, niks geknoeid.’
Ik keek en zei: ‘Nou! Ik had het zelf niet beter gekund.’ Ik wist geen betere tekst zo snel en was ook al lang blij dat hij niet toch stiekem een tatoeage had gezet.
Daarna las ik de bijsluiter. Lusteloos kon je er van worden. En moe. 
Ik voelde het meteen eigenlijk.
En in deze hele vermoeide, lusteloze toestand dacht ik aan onze garage vol speelgoed, de dichte deur, de open deur, dat wij achter die draaideur wellicht in ons nakie rondzwalken met name als we andere kinderen te spelen hebben, het gestroomlijnde hek rondom het Estate, de mannetjes die je heg bijpunten, de mannetjes die je zwembad schoonhouden, de kleine kutkeffertjes die we met z’n allen wel waarderen en de zwarte mensen die de witte mensen nog steeds voor een schijntje komen helpen.
En ik dacht, het komt vast door die bijwerkingen, want het is hier toch eigenlijk niet te filmen fantastisch allemaal.

No comments:

Post a Comment