Friday 2 December 2011

Stoffig


“Komt u maar verder mevrouw Lebens”, zegt de zorgvuldig opgemaakte en ook een beetje kleine en dikkige tandartsassistente. Dus ik sta op en geef de assistente een hand.
“Ik ben dr. Naidoo, maar je mag me … noemen.” Haar voornaam versta ik niet en bovendien, wat gaan we nou krijgen? De assistente die om verschillende redenen niet mijn dochter zou kunnen zijn – maar wel heel erg jong is!- is helemaal geen assistente.
Ah ja, natuurlijk, u bent de tandarts?!, hyperventileer ik.
In gedachten moonwalk ik achteruit de deur uit. Maar, ik kan helemaal niet moonwalken en dus ik schuifel toch maar gedwee achter de dikke billen van de tandarts aan. En ga liggen.

Misschien ligt het ook wel aan mij. Laatst kocht ik voor het eerst van mijn leven een crème van een duur merk. Ik kon kiezen uit smeersels voor allerlei verschillende huidtypes. Hulpeloos in de crèmige wereld vroeg ik de winkeldame om hulp.
“Wat baart je het meeste zorgen?”, vraagt ze.
Ok. De honger in Afrika, de opwarming van de aarde, de broek die ik net paste in mijn eigen maat en die toch niet dicht ging, gezondheid in het algemeen, wat ik verder wil met mijn leven.
Maar goed, ik heb nu even andere prioriteiten. Bovendien, hoezo wat baart me het meeste zorgen, waarom pakt ze niet gewoon iets zoals ‘voor de vitale huid’?
Ik mompel met mijn gezicht zo strak mogelijk getrokken iets over fijne lijntjes, waarna ze heel dichtbij me komt staan. Precies zo dichtbij dat ik me afvraag wanneer ik mijn tanden ook alweer heb gepoetst en of ik daarna misschien nog koffie heb gedronken. Dus ik houd mijn adem in EN ik had al dat strak getrokken gezicht, dus het is allemaal nog vrij ingewikkeld ook. Gelukkig is ze er snel uit en pakt kordaat een pot crème uit de vitrinekast. Ik voorvoel al wel iets, dus om de schrikreactie te minimaliseren, kijk ik met één oog dichtgeknepen op de pot crème en lees dit: om het verouderingsproces te vertragen.
Veel tijd om van mijn flauwte bij te komen krijg ik niet, want we zijn nog niet klaar.
“Je hebt verder geen last van die pigmentvlekjes?”
We kijken samen in de spiegel en ja hoor, vol vlekjes die ik tot dan toe categoriseerde als karakteristieke sproetjes.

Ik loop naar buiten met een fortuin aan verjongingsmiddelen in mijn tas en bots bijna tegen een man met heel veel plumeaus in zijn armen. Of ik er een wil kopen? “Ze zijn gemaakt van echte struisvogelveren hoor!”, voegt hij toe en knikt driftig.
Misschien zijn het de veren, of is het een voorloper van kerst, maar ineens hang ik boven mezelf te fladderen en zeg: “Dit is dan dus blijkbaar de NIEUWE fase. Je behoort nu definitief tot de plumeau doelgroep, maar vindt de tandarts toch te jong en anti-rimpelcrèmes nog een ver van je bed show. Wat denk je zelf?!”
“Ja, nou ja”, zeg ik en begin een half verhaal over de tandarts in Nederland die veel beter was (en meer ervaren) en een schermpje had met tekenfilmpjes en dat je dan niet meer nadacht over je tanden en een boor, maar of er mensen waren die de filmpjes echt leuk vonden.
Al die argumenten doen er weinig toe, want we worden allemaal ouder en er is ook verder niks aan te doen, dus geef ik me schoorvoetend over en kies een roze plumeau. 

No comments:

Post a Comment